4C - Les 5 - Sociale ongelijkheid

Les 5 - Sociale ongelijkheid
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Les 5 - Sociale ongelijkheid

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning
Wat:
Tijd:
Welkom + huiswerkcontrole + strarttaak
3 min.
Leerdoel
* Je kunt uitleggen hoe een maatschappelijke positie tot stand komt
* Je kunt uitleggen wat sociale ongelijkheid is
*
2 min.
Instructie + aan de slag
* Sociale ongelijkheid: spel
* Sociale ongelijkheid: uitleg
* Sociale ongelijkheid: video

20 min.

10 min.
Afsluiting
* Check lesdoel(en)
* Huiswerk

5 min.
Verdiept
* Kader: P5, 2, 3, 9 en Test J
*
* Basis: P5, 2, 5 en Test J
*
*
Basis
* Kader: P5, 2, 3, 9 en Test J
*
* Basis: P5, 2, 5 en Test J
*
*
Intensief
* Kader: P5, 2, 3
* Kader: 9 en Test J

* Basis: P5, 2
* Basis: P5, 5 en Test J

Slide 2 - Diapositive

Spel
  • Je krijgt een kaartje. Leef je in in die persoon
  • We gaan naar de gang. We gaan allemaal op een rij staan met je rug tegen de kluisjes
  • Ik stel een vraag. Als je die vraag met ja kunt beantwoorden, zet je een stapje naar voren.
  • Dat doen we tot alle vragen zijn gesteld

Slide 3 - Diapositive

Begrippen
  • Sociale ongelijkheid = als mensen ongelijke kansen hebben door verschil in geld, kennis of kansen 
  • Maatschappelijke positie = plek die je inneemt in de samenleving, op basis van je inkomen, opleiding en/of beroep.
  • Kansarm = Minder kansen hebben voor verbetering van je maatschappelijke positie.
  • Kansrijk = Minder kansen hebben voor verbetering van je maatschappelijke positie

Slide 4 - Diapositive

Video
https://www.demorgen.be/redactie/2023/dekloof/

Slide 5 - Diapositive

Als ouders niet in Europa geboren zijn, dan zijn kinderen vaak
A
Kansrijk
B
Kansarm

Slide 6 - Quiz

Als beide ouders een goede baan hebben, dan zijn hun kinderen vaak
A
Kansrijk
B
Kansarm

Slide 7 - Quiz

Als je vanuit de overheid een uitkering krijgt, dan ben je
A
Kansrijker
B
Kansarmer

Slide 8 - Quiz

Lesplanning
Wat:
Tijd:
Welkom + huiswerkcontrole + strarttaak
3 min.
Leerdoel
* Je kunt uitleggen hoe een maatschappelijke positie tot stand komt
* Je kunt uitleggen wat sociale ongelijkheid is
*
2 min.
Instructie + aan de slag
* Sociale ongelijkheid: spel
* Sociale ongelijkheid: uitleg
* Sociale ongelijkheid: video

20 min.

10 min.
Afsluiting
* Check lesdoel(en)
* Huiswerk

5 min.
Verdiept
* Kader: P5, 2, 3, 9 en Test J
*
* Basis: P5, 2, 5 en Test J
*
*
Basis
* Kader: P5, 2, 3, 9 en Test J
*
* Basis: P5, 2, 5 en Test J
*
*
Intensief
* Kader: P5, 2, 3
* Kader: 9 en Test J

* Basis: P5, 2
* Basis: P5, 5 en Test J

Slide 9 - Diapositive

Huiswerk
Paragraaf 5, Sociale ongelijkheid:
Kader: P5, 2, 3, 9 en Test J
Basis: P5, 2, 5 en Test J

Leren: 
Basis: paragraaf 1, 2, 3, 5.1 en 5.3
Kader: paragraaf 1, 2, 3, 5.1 en 5.4

Slide 10 - Diapositive

Met sociale ongelijkheid bedoelen we:
A
Mensen verschillen van elkaar door geld, kennis en kansen.
B
Mensen verschillen van elkaar door opleiding en beroep.
C
De maatschappelijke positie die je hebt.
D
Mensen verschillen van elkaar door afkomst en uiterlijk.

Slide 11 - Quiz

Een maatschappelijke positie ontstaat door:
A
Opleiding, uiterlijk en beroep.
B
Opleiding, beroep en inkomen.
C
Inkomen, opleiding en je sport.
D
Je socialisatie, functie en levensstijl.

Slide 12 - Quiz

Wanneer je niet makkelijk je maatschappelijke positie kunt veranderen, noemen we dat:
A
Sociale ongelijkheid.
B
Kansarm.
C
Discriminatie.
D
Kansrijk.

Slide 13 - Quiz

Wat is een voorbeeld van kansrijk zijn?
A
Regelmatig op vakantie te gaan.
B
Na het behalen van de middelbare school ga je werken.
C
Je hebt een fijne thuissituatie, je ouders stimuleren je om verder te komen.
D
Vanwege je uiterlijk word je niet aangenomen voor je droombaan.

Slide 14 - Quiz