Spelling - persoonsvorm verleden tijd

Spelling
Persoonsvorm verleden tijd
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Spelling
Persoonsvorm verleden tijd

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Uitleg sterke en zwakke werkwoorden
  • Uitleg spellen pv in verleden tijd
  • TaXiKoFSCHiP
  • Gezamenlijk oefenen
  • Studiemeter afronden

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen:
  • Na deze les weet je wat het verschil is tussen een sterk en een zwak werkwoord.
  • Na deze les weet je hoe je de persoonsvorm spelt in de verleden tijd.
  • Na deze les weet je hoe je TaXiKoFSCHiP moet gebruiken. 

Slide 3 - Diapositive

Sterke & zwakke werkwoorden
  • Een zwak werkwoord verandert niet van klank als hij in een andere tijd wordt gezet. (wandelen - gewandeld)
  • Een sterk werkwoord verandert wel van klank als hij in een andere tijd wordt gezet. (Lopen - liepen gaan - gingen) 

Slide 4 - Diapositive

Zwakke 
werkwoorden
Sterke werkwoorden
lopen
werken
slapen
luisteren
liegen
wandelen
zitten
bakken

Slide 5 - Question de remorquage

Zo spel je de pv in vt
De verleden tijd van sterke werkwoorden schrijf je zo gemakkelijk mogelijk op: lopen - liepen, komen - kwamen.
Schrijf op wat je hoort!

Bij zwakke werkwoorden schrijf je de(n) of te(n) achter de stam van het werkwoord. speel - speelden, raden - raadden.

Slide 6 - Diapositive

D of T???
TaXiKoFSCHiP
Wie weet hoe het werkt?

Slide 7 - Diapositive

Uitleg
- Kijk naar het hele werkwoord: haal -en eraf
--> spelen, stoppen, reizen, werken, 
--> spel   stop   reiz   werk
--> kijk naar de rode letter....staat deze letter in het
TaXiKoFSCHiP ?
--> dan schrijf je in de verleden tijd  (t)en achter de stam van het werkwoord: stopte(n), werkte(n)

Slide 8 - Diapositive

Vroeger .... (kleuren) mijn zusje elke dag.

Slide 9 - Question ouverte

Vorige week ..... (luisteren) jij naar mooie muziek.

Slide 10 - Question ouverte

Anna .... (praten) gisteren lang met haar oma.

Slide 11 - Question ouverte

De leerlingen .... (stoppen) hun rapport in hun tas.

Slide 12 - Question ouverte

Patrick ..... (beloven) om mijn geheim niet door te vertellen.

Slide 13 - Question ouverte

Ik .... (voelen) mij gisteren niet zo lekker.

Slide 14 - Question ouverte

Wij ... (lachen) heel hard om die grap.

Slide 15 - Question ouverte

te(n) in de verleden tijd
de(n) in de verleden tijd
juichen
menen
voeren
kussen
leven
bouwen
hakken
boffen

Slide 16 - Question de remorquage

Ga nu verder met de oefeningen op Studiemeter

Slide 17 - Diapositive