Voorlichting Frans in de bovenbouw

Wel of geen Frans kiezen?
1. Waarom Frans kiezen?
-Wat kun je ermee?
2. Hoe ziet Frans eruit in de bovenbouw
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 33 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wel of geen Frans kiezen?
1. Waarom Frans kiezen?
-Wat kun je ermee?
2. Hoe ziet Frans eruit in de bovenbouw

Slide 1 - Diapositive

Redenen om Frans te kiezen?
Je hoort weleens leerlingen zeggen:
"Waarom zou ik Frans kiezen, ik ga toch nooit naar Frankrijk". 

Lees dan even mee met deze presentatie.

Slide 2 - Diapositive

1. Veel gesproken taal in de wereld
Frans is in meer dan 50 landen een hoofdtaal en wordt door 870 miljoen mensen in het alledaagse leven gesproken. 
 Frans is na Engels de meest onderwezen taal ter wereld. Engels staat bovenaan de lijst, Duits is een hoofdtaal in 4 landen: Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Luxemburg.

Slide 3 - Diapositive

Op alle continenten
gesproken
Frans is naast Engels de enige taal die op alle continenten gesproken wordt, in Europa en Afrika is Frans zelfs de meest gesproken taal. Franssprekend Afrika bestrijkt een groter gebied dan de V.S

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

2. Toerisme
Frankrijk kent het allergrootste aantal toeristen ter wereld. De meeste mensen in zowel Nederland als de rest van de wereld hebben Frankrijk als hun favoriete vakantiebestemming (meer dan 80 mln per jaar). Wil je in het toerisme werken is Frans een veelgevraagde taal en heb je een streepje voor.

Slide 6 - Diapositive

3. Hoofdtaal van de EU
Frans is 1 van de 2 hoofdtalen van de Europese Unie, naast Engels. en één van de twee officiële talen van de VN en de NAVO.

Slide 7 - Diapositive

4. Belangrijke taal voor studies
Frans is een belangrijke taal voor economische studies: Frankrijk is één van de belangrijkste handelspartners van Nederland en veel landen doen aan handel met Frankrijk. Duitsland is de belangrijkste handelspartner maar samen zijn Frankrijk en België weer grotere handelspartners

Slide 8 - Diapositive

5. Techniek
Frankrijk heeft de afgelopen jaren een enorme inhaalrace gemaakt op het gebied van techniek, vroeger was Duits in de techniek een belangrijke taal toen Duitsland nog fabrikant van veel (oorlogs-)machinerie was, maar tegenwoordig staat Frankrijk op gelijke hoogte door zijn kwalitatief zeer hoogstaande hightech (zoals de TGV, de supersonische vliegtuigen, de ruimte vaart, de computertechnologie en auto-industrie). Frans is binnen techniek een verstandige keuze. 

Slide 9 - Diapositive

6. Belangrijke in de sport- en zorgsector
Frans is de officiële taal van het Rode Kruis.  Daarnaast gaan veel Nederlandse studenten ontwikkelingswerk in Afrika doen en kan Frans dus van pas komen binnen de zorgsector\.

Slide 10 - Diapositive

7. Voordeel bij studies en sollicitaties
Talenkennis maakt standaard onderdeel uit van je cv. Elke werkgever wil weten welke talen jij spreekt. Met kennis van meerdere talen heb je daardoor veel voordeel bij sollicitaties en studies. Om bijv bij  Ministeries zoals die van Buitenlandse Zaken te kunnen werken, zijn er twee vreemde talen die je verplicht moet kunnen spreken: Engels en Frans (hoofdtalen EU).

Slide 11 - Diapositive

8. Bij welke banen heb je Frans nodig?
  • Horeca
  • Transport en Logistiek
  •   Rotterdamse haven
  • Administratieve banen 
  • Toerisme
  • Banen in de  politiek

Slide 12 - Diapositive

8. Veel Franse bedrijven in Nederland
Er zijn er meer dan 350 Franse bedrijven en instellingen in Nederland (bijvoorbeeld Crédit Lyonnais, Novotel, L’Oréal, Péchiney, TotalElf, Michelin, Renault,
Peugeot, Citroën, Cap Gemini, KLM Air France), Yves Rocher etc

Slide 13 - Diapositive

9. Persoonlijke reden
Je zou Frans moeten willen leren voor je algemene ontwikkeling, omdat je graag Frans zou willen spreken. Het is een mooie taal en als je Frans leert dan doe je echt "iets speciaals" wat niet iedereen doet.

Slide 14 - Diapositive

Criteria waarop je je keuze baseert
Hieronder staan een aantal punten waar je op moet letten waarop je je keuze Frans/Duits moet baseren

Slide 15 - Diapositive

1. cijfers
  • Kijk niet alleen naar je cijfers. "ik sta een 7 voor Frans en een 6,4 voor Duits, dus kies ik Frans" is geen goede overweging
  • Sta je voor Duits een 4 en voor Frans een 6,8 dan lijkt de keuze iets duidelijker

Slide 16 - Diapositive

2. Teksten
"ik snap niets van de Franse of Duitse leestekst, dus ik kies Duits/Frans".
-Hoe je teksten echt goed kan maken wordt pas echt in de bovenbouw duidelijk. 

Slide 17 - Diapositive

3. Leerwerk
  • Als jij normaal leert en je haalt voor Duits en Frans goede cijfers, dan kun je gewoon het vak kiezen. 
  • Het leerwerk voor Frans is in de 4e eerder éénvoudiger dan moeilijker.  

Kanttekening: leer jij je woordjes nooit dan raden wij het af om Frans te kiezen. 

Slide 18 - Diapositive

4. Frankrijk?
  • "ik ga nooit naar Frankrijk". Frankrijk  is de laatste reden om Frans te kiezen.  Er zijn veel meer redenen om Frans te kiezen. 

Slide 19 - Diapositive

5. Relevantie voor jezelf
Wil jij iets worden later waar je Duits voor nodig hebt, dan ligt het voor de hand dat je Duits kiest, en hetzelfde geldt voor Frans.

Slide 20 - Diapositive

6. Belang van de talen
  • Ben jij communicatief ingesteld en wil je zeker iets gaan doen met talen, overweeg dan eens om zowel Duits als Frans te kiezen. 

Slide 21 - Diapositive

7. Grammatica
  • "Ik laat Duits / Frans vallen want ik snap de Duitse / Franse werkwoorden niet". In de bovenbouw kijken we meer naar de vaardigheden en wordt de grammatica soms niet beoordeeld of in een groter geheel. In de taaltoetsen wordt nog wel grammatica getoetst. Bij Frans is dat veelal herhaling van de onderbouw in het begin.

Slide 22 - Diapositive

8. Wat vind je leuk om te doen?
Welke taal lijkt je leuk om te leren?

Ga daarbij niet uit van je huidige kennis van het vak, wetend dat je de taal echt gaat leren en kunnen in de bovenbouw. 
Alle puzzelstukjes die je in de onderbouw bijelkaar gesprokkeld hebt lijken wel op hun plaats te vallen.

Slide 23 - Diapositive

Wat gaan we doen in de bovenbouw?
In de volgende dia's leggen we kort uit hoe het programma in de bovenbouw eruit ziet.

Slide 24 - Diapositive

1. Methode
  • We werken weer uit een boek. Dit boek is opgebouwd uit vaardigheden en de woordenlijsten zijn ook per vaardigheid. 
  • Er wordt ook weer vocabulaire geleerd, maar deze lijsten zijn iets kleiner dan van klas 3. We smeren die gewoon uit over de hele periode. We gaan er namelijk vanuit dat je door de dingen die je doet ook heel veel vocabulaire mee krijgt. "Leren door te doen, en niet alleen maar door te leren"

Slide 25 - Diapositive

2. Toetsing
  • Taaltoetsen 
  • Vaardighedentoetsen (iedere periode 1 vaardighedentoets)
    De leerlingen zijn altijd goed voorbereid voor deze toetsen.

Slide 26 - Diapositive

3. media
Meer aandacht voor muziek, film, nieuws en apps voor op de laptop.
Je komt meer in aanraking met het Frans van alle dag. 

Slide 27 - Diapositive

4. Ruimte
Frans is geen "lokaal", maar een levende taal. Daarom leer je niet alleen Frans in B22 of B23 of een ander lokaal, maar je kunt Frans overal doen. Je zult dan ook wel eens een les ergens anders in de school zijn, bijv in de mediatheek of in de aula of ergens anders

Slide 28 - Diapositive

5. Proces tegenover eindresultaat
  • Bij een aantal vaardigheden krijg je niet een eindcijfer, maar een tussentijds cijfer, waarna je nog de kans krijgt om eraan te werken met de theorie bij de hand, zodat het cijfer na verbetering flink omhoog kan. We hebben dus duidelijk aandacht voor je ontwikkeling. Dit zou een "win-win-situatie" moeten zijn. 

Slide 29 - Diapositive

6. Ruimte voor eigen inbreng
Heb je een leuke suggestie om heel goed een onderwerp te behandelen of een leuke werkvorm, dan is hier ruimte voor.

Slide 30 - Diapositive

Reis naar Lille
We gaan aan het einde van het schooljaar met de bus naar Lille. 

Slide 31 - Diapositive

Samenvattend
1. maak keuzes op grond van interesse, relevantie en capaciteiten. Kies niet per defintie voor de gemakkelijkste weg, maar voor wat je wilt.
2. Maak geen keuze puur op cijfers of onderdelen van een taal die jou niet liggen
3. De nadruk ligt op de "beleving" van de taal. Het moet dus geen "papieren tijger (theorie)" worden. Je gaat ook daadwerkelijk de taal spreken
4. Aandacht voor het proces naar het cijfer toe
5. Taalleren moet plezierig en relaxt zijn, en niet een stressvolle gebeurtenis

Slide 32 - Diapositive

Tot slot:
Bonne chance avec  votre choix!
Merci de votre attention!

Slide 33 - Diapositive