Voegwoord

Grammatica blok 2
Grammatica zinsdelen (2e deel)
Samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen (B/C/D)
Grammatica woordsoorten 
Voegwoorden (E)
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Introduction

Les over zinnen en zinsstructuur.

Éléments de cette leçon

Grammatica blok 2
Grammatica zinsdelen (2e deel)
Samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen (B/C/D)
Grammatica woordsoorten 
Voegwoorden (E)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Enkelvoudige zin

  • Zin met één persoonsvorm
Samengestelde zin

  • Zin met twee of meer persoonsvormen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld enkelvoudige zin
  • Het wordt slecht weer vandaag.
  • Ik ga vandaag naar de winkel.
  • Hij kijkt veel naar Star Wars.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld samengestelde zin
  • Het wordt vandaag mooi weer en we gaan lekker naar het strand. 
  • Hij kijkt veel naar Star Wars en schrijft daar over op zijn website.

Hoe kom je achter deze persoonsvormen? 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem de zinnen (hoofdzin/bijzin)
1. Nederland heeft veel onderzoekers voortgebracht, maar dit was de grootste.

2. Rioolbuizen liggen vrij diep in de grond, want ze moeten een beetje aflopen.

3. Mensen lachen vooral omdat ze aardig willen doen tegen anderen.

4. Wetenschappers denken dat helium en waterstof uit de atmosfeer zijn verdwenen, doordat deze gassen erg licht zijn.

Schrijf de zinnen over in je schrift en onderstreep de hoofdzin/bijzin met een andere kleur. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samengestelde zin
  • Bestaat uit twee of meer zinnen.
  • Kunnen nevenschikkende (ns) zinnen zijn, of onderschikkende (os) zinnen.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nevenschikking

- Hoofdzin + hoofdzin


- Je zou in principe tussen alle zinnen een punt kunnen zetten.

Onderschikking

- Hoofdzin + bijzin
- Bijzin + hoofdzin

- De zinnen zijn afhankelijk van elkaar. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Voegwoorden
  • Voegwoorden zijn een soort cement.
  • Je kunt met voegwoorden zinnen aan elkaar plakken.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voegwoorden
1. Joris loopt altijd naar school, terwijl hij een elektrische fiets in de schuur heeft staan.

2. Omdat Joris slechts 5 minuten hoeft te lopen, heeft hij zijn fiets niet nodig.

3. Joris vindt lopen leuk en Joris houdt niet van fietsen.

Groen = hoofdzin
Rood = bijzin

Terwijl, omdat en en zijn niet benoemd -> dit zijn voegwoorden.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nevenschikkende voegwoorden (ns.vw)
-> 2 hoofdzinnen


  • en
  • maar
  • want 
  • of
  • dus
Onderschikkende voegwoorden (os.vw)
-> hoofdzin/bijzin


  • aangezien
  • als
  • dat
  • doordat
  • terwijl
  • toen
  • omdat

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen
Opdracht: Benoem de zin (HZ/BZ) + schrijf het voegwoord op en zet erboven of het een onderschikkend of nevenschikkend voegwoord is. 

1. Janneke moest vanmorgen naar het ziekenhuis, omdat ze plotseling was uitgegleden op de trap.

2. Aangezien Piet een mooi cijfer had gehaald voor Nederlands, maakte hij zich minder zorgen over zijn aankomende rapport.

3. Diek heeft het hele weekend lekker buiten in de sneeuw gespeeld, maar daarna was hij de sneeuw wel een beetje zat.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht: Benoem de zin (HZ/BZ) + schrijf het voegwoord op en zet erboven of het een onderschikkend of nevenschikkend voegwoord is. 
1. Janneke moest vanmorgen naar het ziekenhuis, omdat ze plotseling was

 uitgegleden op de trap.

2. Aangezien Joppe een mooi cijfer had gehaald voor Nederlands, maakte hij

 zich minder zorgen over zijn aankomende rapport.

3. Diek heeft het hele weekend lekker buiten in de sneeuw gespeeld, maar

 daarna was hij de sneeuw wel een beetje zat.

Slide 13 - Diapositive

1. hoofdzin - bijzin. VW = omdat = onderschikkend

2. 
Huiswerk 
Voegwoord 

Opdracht 1 t/m 4 
Blz. 224 

Klaar? 
Maak opdracht 1 t/m 4 op blz. 220 over het telwoord. Deze opdrachten kan je makkelijk zelf. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions