Kwisje maandag 2A
1 / 21
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Je zag
A
snoep
B
kussen
C
koekiemonster
D
pino
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Hoeveel hoeken heeft een vierkant?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 6 - Quiz
Met welke letter begint het woord
Slide 7 - Question ouverte
Welk nummer bel je omdringend een ziekenwagen, politiewagen of brandweerwagen op te roepen?
Slide 8 - Question ouverte
In welk seizoen vallen juli en augustus?
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst
Slide 9 - Quiz
Je zag een....
A
papegaai
B
walvis
C
flamingo
D
varken
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Zet in het meervoud: één doos, twee ....
Slide 13 - Question ouverte
Hoe noem je een tent waarin indianen leefden?
Slide 14 - Question ouverte
Welk woord is het tegengestelde van lief?
A
aardig
B
stout
C
stom
D
leuk
Slide 15 - Quiz
Hoe heet een fiets waar je met zijn tweeën op kunt rijden?
Slide 16 - Question ouverte
Welke kleur kun je maken door de letters van 'LEEG' door elkaar te halen?
Slide 17 - Question ouverte
De Eiffeltoren staat in....
A
Amsterdam
B
Praag
C
Parijs
D
Antwerpen
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Diapositive
Je zag een....
A
volleybal
B
springkussen
C
lolly
D
eenhoorn
