Herhaling

Welkom
3 MAVO ||  2022-2023

Hoofdstuk 8 - Over de grens


1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
3 MAVO ||  2022-2023

Hoofdstuk 8 - Over de grens


Slide 1 - Diapositive

12.000 geëxporteerde producten
Verkoopprijs = 3,35 euro
Bereken de uitvoerwaarde

Slide 2 - Question ouverte

Hoe bereken je import/export?
Invoerwaarde = ingevoerde hoeveelheid x prijs per eenheid

Uitvoerwaarde = uitgevoerde hoeveelheid x prijs per eenheid


Slide 3 - Diapositive

Betalingsbalans
De betalingsbalans is een overzicht van alle betalingen aan het buitenland en alle ontvangsten uit het buitenland.
De Nederlandsche Bank (DNB) houdt dit overzicht bij.
Op de betalingsbalans van ons land staat
  • de totale waarde van de geëxporteerde goederen en diensten: onze ontvangsten
  • de totale waarde van de geïmporteerde goederen en diensten: onze betalingen aan het buitenland.


Slide 4 - Diapositive

Nederland heeft in een bepaald jaar een nationaal inkomen van € 700 miljard.
De totale invoerwaarde in dat jaar is € 485 miljard.
Bereken de importquote.

Slide 5 - Question ouverte

Berekening import- en exportquote
Importquote = totale invoerwaarde ÷ nationaal inkomen x 100 = %

Exportquote = totale uitvoerwaarde ÷ nationaal inkomen x 100 = %


Slide 6 - Diapositive

Heef Nederland een open of gesloten economie? Leg je antwoord uit

Slide 7 - Question ouverte

Open en gesloten economie
Nederland heeft een open economie omdat het afhankelijk is van internationale handel. 
Dat zie je aan de hoge importquote en exportquote


Landen die naar verhouding weinig in- en uitvoeren ten opzichte van hun nationaal inkomen hebben een meer gesloten economie.

Slide 8 - Diapositive

Welke 3 afspraken heeft de EU die voor een gezamenlijke vrije markt moeten zorgen

Slide 9 - Question ouverte

Europese Unie
Belangrijkste doel: samenwerken op economische gebied.

Gezamenlijke interne markt:
- Vrij verkeer van goederen en diensten
- Vrij verkeer van personen
- Vrij verkeer van kapitaal

Slide 10 - Diapositive

Wanneer mag een land de euro invoeren?
Inflatie
Begrotingstekort
Staatsschuld
De inflatie mag maximaal 1,5% hoger zijn dan de gemiddelde inflatie in de drie eurolanden met de laagste inflatie.
Het tekort van de overheid mag niet groter zijn dan 3% van het bruto binnenlands product (bbp).
De totale staatsschuld van de overheid moet lager zijn dan 60% van het bbp.

Slide 11 - Diapositive

Land A heeft een inflatie van 1,5% (gemiddeld van de laagste drie EU-landen = 0,4%), een begrotingstekort van 2,9% van het bbp en een staatsschuld van 62% van het bbp

Land A wil de euro invoeren. Kan dat?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Waarom is (internationale) handel voor Nederland belangrijk?

Slide 13 - Question ouverte

Nederlandse welvaart
  • De internationale handel is belangrijk voor de Nederlandse welvaart.
  • Daarom is het nodig dat Nederland een aantrekkelijke handelspartner is voor andere landen.
  • We hebben een sterke internationale concurrentiepositie als Nederlandse bedrijven producten van goede kwaliteit leveren tegen een aantrekkelijke prijs.

Slide 14 - Diapositive

Bescherming
  • Protectiemaatregelen (of protectionisme of handelsbelemmeringen) zijn maatregelen die de EU neemt om de productie en werkgelegenheid van bedrijven in de EU te beschermen tegen concurrentie van buitenaf.

  • Het tegenovergestelde van protectionisme is vrijhandel.

Slide 15 - Diapositive

Handelsbelemmeringen
  • Om bedrijven in de EU te beschermen kan de EU:
  • invoerrechten (of douanerechten of importheffingen) heffen: de douane heft belasting op ingevoerde producten. Deze producten worden daardoor duurder.
  • contingentering (of importquota) instellen: een maximum stellen aan het aantal producten dat mag worden ingevoerd.


Slide 16 - Diapositive

Handelsbelemmeringen
  • een invoerverbod instellen: bepaalde goederen mogen dan helemaal niet worden ingevoerd in de EU.
  • exportsubsidie geven: de EU of de Nederlandse overheid geeft subsidie aan exporterende bedrijven. Die bedrijven kunnen hun producten dan goedkoper aan het buitenland verkopen. 

Slide 17 - Diapositive

Internationale arbeidsverdeling
Veel mensen zijn voorstander van wereldwijde vrijhandel omdat zij verwachten dat door vrijhandel de welvaart overal kan toenemen.



Slide 18 - Diapositive

Door vrijhandel....
Door vrijhandel ontstaat er een betere internationale arbeidsverdeling. Dit betekent dat een product geproduceerd en geëxporteerd wordt door het land dat dit het beste en goedkoopste kan.

Slide 19 - Diapositive

Inkomen per hoofd
/
=
Nationaal inkomen
Aantal inwoners van een land
Inkomen per hoofd

Slide 20 - Diapositive

BBP = 275 miljard euro
Inwoners = 15 miljoen
Bereken het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking

Slide 21 - Question ouverte

Nationaal inkomen per hoofd
Nederland
Amerika
Inwoners
17 miljoen
328 miljoen
Nationaal inkomen
$ 913 miljard 
$ 20.540 miljard
Nationaal inkomen per hoofd (gemiddelde)
$ 53.706
$ 62.622

Slide 22 - Diapositive

Welvaart is afhankelijk van
  • Inkomensgelijkheid
  • Prijzen in een land
  • Hoeveelheid zelfvoorziening

Slide 23 - Diapositive

Vicieuze cirkel

Slide 24 - Diapositive

Noodhulp
Korte termijn
Structurele hulp
Economische zelfstandig worden

Slide 25 - Diapositive