7.2 hele les

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 7.2 
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 7.2 
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Diapositive

1. Lesopening
Pak je boek van M&M en laat deze nog even dicht op je tafel liggen.


Huiswerkcontrole
7.1 opdracht 1 t/m 9

Slide 2 - Diapositive

2. Lesdoel 
Aan het eind van deze les:
- begrijp je waarom er verschillende klimaten op aarde zijn en waarom de atmosfeer niet overal even warm is;
- kun je het verschil uitleggen tussen het natuurlijk broeikaseffect en het versterkt broeikaseffect.
- weet je welke gevolgen klimaatverandering kan hebben.
- weet je welke gevolgen klimaatverandering voor Nederland kan hebben.

Slide 3 - Diapositive

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig 7.2 opdracht 1 t/m 12 op bladzijde 96 t/m 101. 
Jessica

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Krystian, Jochem & Zouhir

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen en samen begeleid inoefenen.
Jaysen, Gijs, Niek & Jamie

Slide 4 - Diapositive

Mini-check
leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Diapositive

Waarom moeten wij meer duurzame energie gaan gebruiken?
A
De fossiele brandstoffen raken op en de brandstoffen zorgen voor dat de aarde warmer wordt
B
De fossiele brandstoffen raken op en duurzame energie is veel goedkoper

Slide 6 - Quiz

Geen voorbeeld van gevolgen klimaatverandering is:
A
Zeespiegelstijging
B
Opwarming van de aarde
C
Smelten van landijs en gletsjers
D
Afslijten van de bergen

Slide 7 - Quiz

Wat is 'duurzaamheid'?
A
Ervoor zorgen dat als je iets van de gebruikt dat het niet schadelijk is voor het milieu, en dus voor de aarde
B
De aarde zo gebruiken dat de toekomstige generaties er ook nog plezier van kunnen hebben
C
Dingen zo duur mogelijk kopen, dat is beter voor het milieu
D
alle dure dingen die een maatschappij bezit

Slide 8 - Quiz

Welke gassen in de atmosfeer zorgen ervoor dat leven op aarde mogelijk is?
A
CO2
B
Zuurstof
C
Aardgas
D
Methaan

Slide 9 - Quiz

Wie maakt wat:
Had je 3/4 vragen van de mini-check goed -->
dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdracht 1 t/m 12 op bladzijde 96 t/m 101.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 10 - Diapositive

De luchtlaag om de aarde
Welke vijf klimaten zijn op aarde?
  • tropisch klimaat
  • woestijnklimaat
  • landklimaat
  • zeeklimaat
  • poolklimaat

Slide 11 - Diapositive

De luchtlaag om de aarde
Waarover gaat het klimaat?
  • de hoeveelheid neerslag
de temperatuur.

Het klimaat op aarde wordt bepaald door:
  • de ligging op aarde
  • de hoogteligging
  • de invloed van de zee



Slide 12 - Diapositive

De luchtlaag om de aarde
Hoe noem je de luchtlaag rond de aarde?
  • de atmosfeer of de dampkring





Slide 13 - Diapositive

De luchtlaag om de aarde
Waar is het warmer, bij de polen of bij de evenaar?
  • Bij de evenaar.

Hoe komt dat?
  1. Bij de evenaar vallen de zonnestralen loodrecht op de aarde.
  2. De zonnestralen leggen een korte weg af door de dampkring.
  3. De zonnestralen verwarmen er een kleiner oppervlak.






Slide 14 - Diapositive

De aarde is een broeikas
Wat is het broeikaseffect?
  • De atmosfeer houdt warmte vast zoals in een broeikas.

Welke gassen zorgen daarvoor?
  • Broeikasgassen zoals CO2 en methaan.

Waarvoor zorgt het broeikaseffect?
  • Dat het niet ijskoud wordt op aarde.







Slide 15 - Diapositive

De aarde is een broeikas
Waardoor komen er steeds meer broeikasgassen in de atmosfeer?
  • Door de groei van verkeer en industrie die fossiele brandstoffen verbranden.

Wat zijn fossiele brandstoffen?
  • Brandstoffen zoals aardolie, aardgas en steenkool.
  • Ze zijn ooit ontstaan uit planten en dieren.
  • Ze worden gebruikt om energie op te wekken.








Slide 16 - Diapositive

De aarde is een broeikas
Hoe noem je de extra opwarming in de atmosfeer door de grotere hoeveelheid CO2?
  • versterkt broeikaseffect









Slide 17 - Diapositive

De opwarming van de aarde 
Het versterkte broeikaseffect zorgt voor opwarming in de atmosfeer. Daardoor vindt een klimaat-verandering plaats. Wat verandert er?
  • De temperatuur op aarde stijgt.
  • De neerslaghoeveelheid verandert.


Welke gevolgen heeft die klimaat-verandering?
  • De zeespiegel stijgt.
  • Het weer wordt extremer: meer hittegolven, periodes van droogte, hevigere regenbuien en zwaardere orkanen.









Slide 18 - Diapositive

De opwarming van de aarde 
Wat kun je in Nederland merken van de klimaatverandering?
  • De winters worden minder koud.
  • De zomers worden droger en warmer.
  • Als het regent valt er veel water in korte tijd en dan ontstaat er wateroverlast.










Slide 19 - Diapositive

Te nat of te droog?
Ook in Nederland verandert het klimaat. Wat kun je daarvan merken?


  1. nattere winters en meer hoosbuien
  2. zeespiegelstijging met 35 - 85 cm in 2100
  3. temperatuurstijging tussen 1,8 en 5 graden
  4. drogere periodes
  5. hogere waterstanden in de rivieren










1.
2.
3.
4.
5. 

Slide 20 - Diapositive

Te nat of te droog?
Waarom moet Nederland zich steeds beter beschermen tegen de stijgende zeespiegel?
  • Door de lage ligging aan zee.

Hoe noem je het als je iets van de aarde gebruikt en het weer teruggeeft zonder het milieu te schaden, zodat er in de toekomst ook voldoende van is?
  • duurzaam

Wat wordt bedoeld met duurzaam waterbeheer?
  • Watergebruik waarbij je rekening houdt met de omgeving zodat het niet opraakt of vervuilt.









Slide 21 - Diapositive

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Krystian, Jochem & Zouhir: jullie maken zelfstandig les 7.2 opdracht 1 t/m 12 op bladzijde 96 t/m 101. 

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Jaysen, Gijs, Niek & Jamie: wij maken klassikaal opdracht 2 + 5 + 8.

Slide 22 - Diapositive

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 12 op bladzijde 96 t/m 101.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna maak je de herhalingsopdrachten op blz 102.

timer
1:00

Slide 23 - Diapositive

7. Evaluatie
Hoe ging de les? Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- weet je waarom er verschillende klimaten op aarde zijn en waarom de atmosfeer niet overal even warm is?
- weet je het verschil uitleggen tussen het natuurlijk broeikaseffect en het versterkt broeikaseffect?
- weet je welke gevolgen klimaatverandering kan hebben?
- weet je welke gevolgen klimaatverandering voor Nederland kan hebben?

Slide 24 - Diapositive

8. Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ2: 
Donderdag 6 juni
7.2 opdracht 1 t/m 12
Toetsen LJ2: 


Slide 25 - Diapositive