Les 4. Freud

Sigmund Freud (1856-1939)
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Sigmund Freud (1856-1939)

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke invloed deze Freud heeft gehad op de hedendaagse psychiatrie.
  • Je weet wat 
1. de persoonlijkheidstheorie inhoudt.
2. het oedipuscomplex inhoudt.
3. zijn visie is op religie.

Slide 2 - Diapositive

Rondtrekkende leraren in de rethorica werden                                      genoemd.


Het ging bij hen om                                                       om de                           .


Plato geloofde in vaste                                            die tot uitdrukking komen in                        .


De fysieke wereld is                                                  , ideeën zijn perfect.

De                                              heeft  de wereld geschapen naar het beeld van de Ideeën.

                                                  is de bedenker van de deugdethiek. 

Voor hem zijn                                          de basis van ons denken.


Bij hem is God de 
sofisten
relativisme
waarheid
ethische waarden
Ideeën
imperfect 
demiurg
Aristoteles
waarnemingen
 onbewogen beweger

Slide 3 - Question de remorquage

Jeugd en studie

Slide 4 - Diapositive

Sigismond Schlomo Freud.
Geboren op 6 mei 1856 in Tsjechië.
arm, Joods gezin van 7 kinderen.
Op zijn 4e verhuisde hij naar Wenen.
Oogappel van zijn ouders.
Studeerde cum laude af van de middelbare school.

1
 Hoofdstudie: Neurologie en Psychologie.
Naamsverandering in Sigmund Salomo.
1873 gaat hij medische wetenschappen studeren in Wenen.
Hoofdstudie: Neurologie en Psychologie.
1880 opent hij zijn eerste psychiatrische praktijk.

2

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Freud was lange tijd in de greep van cocaïne.
De meeste van zijn bevindingen zijn tot stand gekomen onder invloed van cocaïne.

Slide 7 - Diapositive

Persoonlijkheidstheorie

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

ID
Impulsen
seksuele energie/ driften thanatos (woede)
 "the devil sitting on your shoulder"
1
Superego
Tegenstander van de Id
Normen en waarden
Ideale zelfbeeld
"The angel sitting on your shoulder"
2
Ego
Weerstand- en verdringingsmechanismen
compromissen sluiten
 realiteit
"The real you"
3

Slide 10 - Diapositive

Theorie van het onbewuste

Slide 11 - Diapositive

De metafoor van de ijsberg

Slide 12 - Diapositive

Doel van het onbewuste:
Verdrongen herinneringen, emoties en verlangens opslaan.
D.m.v de droom (en de vrije associatie tijdens een therapeutische sessie) kan deze onbewuste inhoud geduid worden.    
2
De theorie van het onbewuste.
Het persoonlijk bewustzijn verzamelt alleen persoonlijke beelden, gedachten en belevenissen
Het onbewuste bestaat uit het 'gewone onbewuste’ en een onbewust deel dat ‘verdrongen’ wordt.  
1
Neurozes worden veroorzaakt door:
het weigeren om deze processen toe te laten.
De onderdrukte seksualiteit en woede is de belangrijkste kracht die zorgt voor geestesziekten.
3

Slide 13 - Diapositive


Wat gebeurt er met een herinnering die onderdrukt is?
A
het verdwijnt
B
het blijft bewust, maar de persoon probeert er niet aan te denken
C
het blijft in het onderbewuste
D
het achtervolgt je in je dromen

Slide 14 - Quiz

Klik op de schaakstukken en lees de stelling. 
Is de stelling juist? Sleep het schaakstuk dan naar het juiste coördinaat. De schaakstukken vormen dan een woord.

Slide 15 - Diapositive

F
H
B
S
A
A
D
T
N
M
P
K
L
V
W
P
M
L
O
E
C
S
X
E
Z
K
Ongeremde driften behoren niet bij het super ego (D,8)
Plato staat bekend om zijn dualisme van materie en immaterie. (A,5)
De taak van de ID is om driften vrij spel te geven.(C,4)
Sofisten staan bekend om hun hang naar de waarheid. (A,8)
Plato was beinvloed door sofisten. (G,1)
Socrates dronk de gifbeker. (F,7)
Freud was van joodse kom af. (H,4)
Freud had een hekel aan democratie. (G,3)
Freud was verslaafd aan Cocaïne. (B,2)
Aristoteles was de grondlegger van de deugdethiek. (D,5)
Freud heeft zijn achternaam veranderd. (E,4)
Plato was de bedenker van het socratisch debat. (G,6)

Slide 16 - Question de remorquage


Welk woord is de oplossing?   
Gebruik geen hoofdletters

Slide 17 - Question ouverte

Oedipus / Electracomplex

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
u
E
i
s
p
n
l
m

Slide 20 - Question de remorquage

Godsdienst als dwangneurose.
Godsdienstige rituelen vertonen overeenkomst met de dwanghandelingen van zijn neurotische patiënten.
1
Godsdienst is in wezen een verwrongen vorm van dwangneurose volgens Freud.
2
Godsdienst ontstaat door innerlijke psychologische druk.               
3
Freud ziet een evolutie van de mensheid vanaf zijn onrijpe godsdienstige kinderjaren tot aan zijn rijpe atheïstische staat.
4
God als projectie van de mens.

Slide 21 - Diapositive


Volgens Freud heeft de mens een god naar zijn beeld gemaakt.
A
waar
B
niet waar
C
D
h

Slide 22 - Quiz

Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
T
T
A
S
A
H
O
N

Slide 23 - Question de remorquage

Zijn de leerdoelen behaald?
  • Ik kan  uitleggen welke invloed deze Freud heeft gehad op de hedendaagse psychiatrie.
  • Ik weet wat 
1. de persoonlijkheidstheorie inhoudt.
2. de metafoor :de " ijsberg" inhoudt.
3. het oedipuscomplex inhoudt.
4. zijn visie is op religie.

Slide 24 - Diapositive