Het persoonlijk voornaamwoord als lv/mv

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

De plaats van het meew. vw
- Het meewerkend voorwerp komt altijd voor de persoonsvorm:
Je leur écris une lettre.

- Let op! Als er een infinitief (heel werkwoord) in de zin staat, komt het meewerkend voorwerp altijd achter het persoonlijk voornaamwoord en voor het hele werkwoord:
Je vais leur écrire une lettre.

Slide 17 - Diapositive

Tu appelles Monsieur X.
Paul donne les livres à son père.
Je vais parler à Sophie.
Paul donne les livres à son père.
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp

Slide 18 - Question de remorquage

Geef antwoord op de vraag en vervang daarbij het pers. vnw. als meewerkend voorwerp:
2. Tu vas parler à Sophie? Oui, je...

Slide 19 - Question ouverte

Geef antwoord op de vraag en vervang daarbij het pers. vnw. als lijdend voorwerp:
3. Paul donne les livres à son père? Oui, il...

Slide 20 - Question ouverte

Geef antwoord op de vraag en vervang daarbij het pers. vnw. als meewerkend voorwerp:
4. Paul a donné les livres à son père? Oui, il...

Slide 21 - Question ouverte

Tu as apporté le pain? Non, je ___________ ai oublié!
A
le
B
la
C
l'
D
lui

Slide 22 - Quiz

Tu as donné le cadeau à ta mère? Oui je ____ ai donné le cadeau.
A
le
B
la
C
l'
D
lui

Slide 23 - Quiz

Tu vois la fille la-bàs? Oui je _____ vois!
A
le
B
la
C
l'
D
lui

Slide 24 - Quiz