Herhaling A/an + klokkijken.

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

English.

Welcome to your first English lesson of the week!

Our to do list.

Herhalen A/an.

Klokkijken herhalen.

What will we learn today?

We weten wanneer we het lidwoord 'a' of 'an' gebruiken.

We weten hoe wij de klok moeten lezen in het Engels.

Vandaag gaan we het over het lidwoord "een" hebben. Weten jullie welke 2 Engelse lidwoorden dat zijn?

Hoeveel klinkers zijn er in het alfabet en welke zijn dit?

A of AN?
.... umbrella

1. a
2. an

a of an?
.... hero

1. a
2. an

Wanneer gebruik je het lidwoord 'a'?

Als het woord dat volgt begint met een medeklinkerklank.

a book

a house

a university

Wanneer gebruik je het lidwoord 'an'?

Als het woord dat volgt begint met een klinker.

an orange

an aunt

an hour

a of an?
.... uniform

1. a
2. an

a of an?
..... dog

1. a
2. an

What time is it?

1. Half nine
2. Half to ten
3. Half ten
4. Half past nine

What time is it?

1. Quarter over three
2. Quarter to three
3. Quarter past three
4. Quarter for three

What time is it?

1. six o'clock
2. six clock
3. six hour
4. six hours

What time is it?

1. It's ten past half nine
2. It's twenty past nine
3. It's forty past eight
4. It's twenty to nine

What time is it?

1. quarter past seven
2. quarter to eight
3. half past seven
4. quarter to seven

Zelfstandig werken!

Ga je opdrachten van hoofdstuk 2 na.

Welke opdrachten heb je nog niet gemaakt? Maak deze alsnog!

Veel opdrachten fout gemaakt? Maak het in je boek opnieuw!

Alle opdrachten af? Maak bij elke paragraaf 'versterk jezelf'

Huiswerk.

Bereid je voor op de toets van dinsdag 14 januari.

Je moet hiervoor heel het hoofdstuk leren!

Leren: 

Woordenlijsten op pagina 78 t/m 83.

Getallen op pagina 78. 

Lidwoorden a/an op pagina 79.

Expressions en klokkijken op pagina 80.

Het werkwoord hebben (to have got) op pagina 81.

Dagen en maanden op pagina 82. 

Rangtelwoorden op pagina 83. 

Expressions op pagina 83.

Afsluiting.

Nog even kort herhalen!

kijk naar deze voorbeelden:
an apple / a book.
Wanneer gebruik je "a" en wanneer "an"?

What time is it?
14:30

1. It's half past three
2. It's thirty-two
3. It's half past two
4. It's three thirty