H1.1 De Nederlandse landbouw deel 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 2

1.1. De Nederlandse landbouw 

Wat gaan we vandaag doen? 

• Vorige les 
• Afmaken paragraaf 1 
•  Aan de slag 
• Terugblikken les 
• Volgende les 

Vorige les 

• Landbouw 
• Noem de 3 sectoren
• Huiswerk H1.1. opdracht
  1 tot en met 3.  

Benoemen welke drie sectoren we hebben. Vervolgens doorvragen wat je er in kan terug vinden. 

Steeds minder boeren 

• In Nederland zijn veel grote boerderijen 
• Vroeger veel zwaar handwerk op boerderijen. 
  --> daarna mechanisatie van de landbouw.
  
• Gevolg: minder mensen nodig
  
• Kleinere primaire sector

Boer vroeger 

Boer nu 

Specialisatie

=

boeren kiezen voor een product door dure machines. 

voorbeeld: alleen varkens of alleen aardappelen 

Seizoensarbeid

Machines kunnen niet al het werk doen:  

• Oogsten 
• Seizoensarbeid 
• scholieren, mensen uit andere EU-landen

Voordelen en nadelen 

• Meer productie met minder mensen --> goedkoper voedsel
• Nadelen:
  - kap tropisch regenwoud voor vervoer 
  - veel vee --> veel mest --> meer mineralen in lucht en water --> schadelijk voor natuur en mens

Check!

Aan de slag!

Wat: maken opdrachten 4 tot en met 7 (blz. 7/8 WB)

Wie: individueel of samen met directe buur
Hoe: op fluistertoon

Tijd: 10 minuten 

Vraag: Vraag eerst aan je buur 
Klaar?: Vraag aan mij voor de volgende opdracht 

Welke sector hoort hier bij dit plaatje?

1. Primaire sector
2. Secundaire sector
3. Tertiaire sector

Welk product komt er uit de secundaire sector?

1. Primaire sector
2. Secundaire sector
3. Tertiaire sector

Boeren kiezen voor een product door dure machines.

1. Mechanisatie
2. Specialisatie
3. Seizoensarbeid
4. Dienstensector

Volgende les 

• Begin  maken aan paragraaf 2: De Nederlandse Industrie
• Huiswerk: opdrachten 4 tot en met 7 af.