Havo 4 Pers vnw & 'Er'

De persoonlijke voornaamwoorden
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De persoonlijke voornaamwoorden

Slide 1 - Diapositive

me
je
hem
haar
ons
u/jullie
ze/hen
me
te
le/lui
lui/la
nous
vous
les/leur

Slide 2 - Question de remorquage

Ne: me, je, hem, haar, ons, j(u)llie, hen

Frans: me, te, le , la  , nous, vous  , les   

Slide 3 - Diapositive

als meewvw:  ( ww & à / pour ) 

le /la  -> lui
les -> leur

Slide 4 - Diapositive

Hij koopt haar een cadeau
A
Il elle achète un cadeau
B
Il la achète un cadeau
C
il lui achète un cadeau
D
Il l'achète un cadeau

Slide 5 - Quiz

zij hoort hen
A
elle les écoutent
B
elle ils écoute
C
elles les écoute
D
elle les écoute

Slide 6 - Quiz

Vóór het eerste werkwoord: Elle me voit


of ( als dat er is) vóór het hele ww: Elle veut me voir

Slide 7 - Diapositive

ik heb u gezien
A
j'ai vu vous
B
j'ai vous vu
C
je vous ai vu
D
je vous avez vu

Slide 8 - Quiz

Wij moeten hen helpen ( = aider)

Slide 9 - Question ouverte

"Er "  


erheen, erdoor, erop, erin, ervoor, etc : Y
ervan: En

Slide 10 - Diapositive

ik denk eraan ( penser à)
A
Je pense y
B
j'y pense
C
j'en pense
D
je pense en

Slide 11 - Quiz

ik wil erheen gaan
A
je veux y aller
B
j'en veux aller
C
j'y veux aller
D
je veux en aller

Slide 12 - Quiz

ik denk aan jou ( penser à)

Slide 13 - Question ouverte

 pers vnw met nadruk of na een  voorzetsel)
ïk/mij -> Moi
jij/jou -> toi
hij/hem-> lui
zij/hen -> eux  

Slide 14 - Diapositive

Question: Qui a fait ca?
Réponse: "Hij"

Slide 15 - Question ouverte

La Fin: des questions? 

Slide 16 - Diapositive