1B1 - 12 mei (zelfstandig)

1B1 - Dinsdag 12 mei
Nodig:
- iPad
- Oortjes of koptelefoon
- Etui
- Werkboek blz. 56
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

1B1 - Dinsdag 12 mei
Nodig:
- iPad
- Oortjes of koptelefoon
- Etui
- Werkboek blz. 56

Slide 1 - Diapositive

Deze les:
  • Herhalingsvragen
  • Nakijken huiswerk
  • Uitleg + filmpje
  • Checkvragen
  • Werkboek 

Slide 2 - Diapositive

Herhalingsvragen
Check vragen

Slide 3 - Diapositive

Noem één gevolg van de veroveringen op het gebied van de gelaagdheid van de bevolking.

Slide 4 - Question ouverte

Tijdens welke periode was het Romeinse Rijk een republiek?
A
753 v.C. tot 500 v.C.
B
500 v.C. tot 27 v.C.
C
27 v.C. tot 476 n.C.
D
12 mei 1991 n.C. tot 16 april 2020 n.C.

Slide 5 - Quiz

Tijdens welke periode was het Romeinse Rijk een keizerrijk?
A
753 v.C. tot 500 v.C.
B
500 v.C. tot 27 v.C.
C
27 v.C. tot 476 n.C.
D
12 mei 1991 n.C. tot 16 april 2020 n.C.

Slide 6 - Quiz

Bespreken huiswerk


Hoofdstuk 5
Opdracht 4
Dinsdag 12 mei - 6e uur
  • kolom "Twee gevolgen op politiek en militair gebied"
  • kolom "Een gevolg op het gebied van invloeden van buiten op de eigen cultuur"

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive


Koninkrijk?


  • De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest, hoewel daar erg weinig over bekend is.

  • En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
§5.4 'Ceasar: vereerd, verguisd en vermoord'
NIEUW

Slide 9 - Diapositive

Burgeroorlogen
Tussen 130 v.C. en 30 v.C. waren er veel burgeroorlogen in het Romeinse Rijk. 
Een burgeroorlog is een oorlog waarbij de strijdende partijen deel uitmaken van hetzelfde land of rijk.

Meerdere groepen steden om de macht over het Romeinse Rijk. 
Bijvoorbeeld bevelhebbers met hun legers. De soldaten waren hun aanvoerder trouw. 

Slide 10 - Diapositive

Julius Caesar
Julius Caesar was een bevelhebber uit het Romeinse leger. In 58 v.C. werd hij aavoeder van de troepen in Gallië (Frankrijk, België & Zuid-Nederland). Hij veroverde in 8 jaar heel Gallië. 

Hij was heel populair onder zijn soldaten. Caesar zorgde goed voor zijn soldaten en deelde de buit van de overwinningen met zijn soldaten.

Slide 11 - Diapositive

Bekijk het volgende filmpje.
De
Bekijk het filmpje op de volgende dia.
Deze gaat over Julius Caesar.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo


Erg populair!

Slide 14 - Diapositive

Rivier de Rubicon
In 49 v.C. wilde Caesar deelnemen aan de verkiezingen voor consul. Omdat de senaat bang was voor zijn macht mocht hij alleen ZONDER leger komen.
Caesar kwam toch met een leger naar Rome. Hierdoor brak een burgeroorlog van 4 jaar uit.

Uiteindelijk won Julius Caesar de burgeroorlog. Hij werd alleenheerser, maar liet de senaat, de volksvergadering en andere ambten wel bestaan. 

Slide 15 - Diapositive

Moord
De senaat was niet blij dat zij veel macht waren verloren.  Daarom bedachten zij een plan om de macht weer terug te krijgen.

In 44 v.C. werd Julius Ceasar neergestoken door de senatoren. 

Slide 16 - Diapositive

Check vragen
Check vragen

Slide 17 - Diapositive

Het gaat erg goed in het Romeinse Rijk, ze veroveren veel gebied en er is …1… binnen het Romeinse Rijk. Toch gaat het uiteindelijk mis. De …2… families die vooral de macht hadden kregen steeds …3… geld terwijl de soldaten juist steeds …4… werden. De soldaten werden betaald door hun …5…. De soldaten gehoorzamen hen daarom. Op deze manier kon …6… aan de macht komen. Hij benoemde zichzelf tot alleenheerser voor het leven.
niet gebruikte woorden
oorlog
koning
Rijke
meer
Keizer Augustus
armer
legerleider
vrede
Julius Caesar

Slide 18 - Question de remorquage

Welk land veroverde Julius Caesar?
A
Israël
B
Egypte
C
Gallië
D
Nederland

Slide 19 - Quiz


Welke uitspraak over Caesar is onjuist?
A
Caesar had de steun van veel soldaten
B
De senaat benoemde Caesar tot alleenheerser
C
Caesar maakte een einde aan de macht van de senaat
D
Caesar werd vermoord, omdat senatoren meer macht kregen.

Slide 20 - Quiz

Hoe noem je de mannen die
Caesar vermoord hebben?
A
Senatoren
B
Patriciërs
C
Generaals
D
Republikeinen

Slide 21 - Quiz

In welk jaar werd Caesar vermoord?
A
44 v.C.
B
44 n.C.
C
244 v.C.
D
244 n.C.

Slide 22 - Quiz

Schrijf 3 dingen op die je
deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Question ouverte

Stel 1 vraag over iets dat je deze les
nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 24 - Question ouverte

Huiswerk


Hoofdstuk 5
Opdracht 7.1
Opdracht 7.3
Vrijdag 15 mei - 5e uur

Slide 25 - Diapositive