titel, inleiding en tussenkopjes
1 / 13
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is een inleiding?
A
De schrijver vertelt meestal waar de tekst over gaat.
B
Hierin stelt de schrijver allerlei vragen
C
De grootste alinea van een tekst
D
Hierin staan 3 deelonderwerpen
Slide 2 - Quiz
Een titel...
A
staat in de tekst
B
staat altijd bovenaan de tekst
C
zegt iets over een stukje tekst
D
heeft meestal niets met de tekst te maken
Slide 3 - Quiz
Wat zijn tussenkopjes?
A
Hele kleine theekopjes.
B
Afbeeldingen.
C
Titels in de tekst boven tekstgedeeltes.
D
Alineas.
Slide 4 - Quiz
Boven bijna iedere tekst staat een titel. De titel...
A
vertelt kort waar de hele tekst over gaat.
B
staat in de tekst.
C
is kleiner dan de rest van de tekst.
D
behandelt een klein stukje van het onderwerp.
Slide 5 - Quiz
Inleiding
Slot
Kern
Slide 6 - Question de remorquage
Waar zijn tussenkopjes voor?
A
Om een nieuw onder- werp aan te geven
B
Om het onderwerp van de tekst aan te geven
C
Voor de sier
D
Om gemakkelijk deel- onderwerpen te vinden
Slide 7 - Quiz
Wat weet je al over de opbouw van een tekst.
WAAR
NIET WAAR
In iedere tekst staan tussenkopjes.
De zinnen van een alinea horen bij elkaar.
Elke alinea springt in.
Onder een tussenkopje staat maar één alinea.
Slide 8 - Question de remorquage
De opbouw van de tekst
titel
inleiding
alinea
bron
plaatje
Slide 9 - Question de remorquage
Wat is de functie van de inleiding?
(welk doel heeft een inleiding)
(welk doel heeft een inleiding)
A
Onderwerp duidelijk maken en de aandacht lezer trekken door een verhaaltje
B
Samenvatting geven van de tekst.
C
Deelonderwerpen bespreken.
D
Een conclusie geven
Slide 10 - Quiz
Tussenkopje
Bron
Titel
Alinea
Slide 11 - Question de remorquage
De titel....
A
..moet pakkend zijn en uitnodigen om verder te lezen.
B
...begint met:
recensie: ........
C
..is de naam van de film
Slide 12 - Quiz
Inleiding
Middenstuk
Slot
