Quiz palliatieve zorg en oncologie

1. Een kwaadaardige tumor wordt ook wel maligne genoemd
A
Waar
B
Niet waar
1 / 11
suivant
Slide 1: Quiz
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

1. Een kwaadaardige tumor wordt ook wel maligne genoemd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quiz

2. Een benigne tumor moet altijd behandeld worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

3. Een tumor die is uitgezaaid noemen we een carcinoma in citu
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

4. Een symptoom van mammacarcinoom (borstkanker) kan zijn een ingetrokken tepel
A
Waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

5. De behandeling van kanker bestaat altijd uit een operatie (verwijdering van de tumor)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

6. Verspreiding van tumorcellen door het lichaam gebeurd alleen via de bloedbaan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

7. Een veel voorkomend symptoom bij veel oncologische ziektes is vermoeidheid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

8. Veel voorkomende behandelingen in de oncologie zijn operatie, radiotherapie en chemotherapie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

9. Door chemotherapie zijn patiënten altijd misselijk en moeten zij braken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

10. Darmkanker in stadium IV kan niet curatief behandeld worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Hoe veel mensen zijn er in 2018 in Nederland overleden?

Slide 11 - Question ouverte