Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Stijlfiguren
Nederlands havo 3
16 november
Leesboek!
1 / 30
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
30 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Nederlands havo 3
16 november
Leesboek!
Slide 1 - Diapositive
Woordenschat H1 + H2
Stijlfiguren
Slide 2 - Diapositive
Stijlfiguren
Maken een tekst of verhaal aantrekkelijker
Gebruik je om iets te benadrukken
Lichter
Zwaarder
Extra
Slide 3 - Diapositive
H1
herhaling,
tegenstelling,
opsomming
Slide 4 - Diapositive
Herhaling
Een woord of woordgroep wordt herhaald
Nooit, maar dan ook nooit, zal ik jou begrijpen.
"Nee, nee, nee", zei moeder boos.
Slide 5 - Diapositive
Tegenstelling
Woorden, zinnen of tekstgedeelten zijn tegengesteld
Op het feest was veel te doen voor groot en klein.
In het donker is geen lichtpunt
Slide 6 - Diapositive
Opsomming
Opsomming van namen, feiten of andere dingen
Er zijn 3 bijzondere gevallen:
de drieslag
de climax
de omgekeerde climax
Slide 7 - Diapositive
1. de drieslag
Opsomming van 3 woorden, 3 zinsdelen of 3 zinnen
Ik wil weg, ik wil naar huis, ik wil naar bed
Slide 8 - Diapositive
3. de omgekeerde climax / anticlimax
Steeds zwakker wordende reeks woorden
Vorige week zag ik een fantastische film, nou ja, hij was mooi, ach, best wel goed eigenlijk.
Slide 9 - Diapositive
0
Slide 10 - Vidéo
'Bloed, zweet en tranen' - dit is een bijzondere opsomming. Wat voor een?
Slide 11 - Question ouverte
Ik heb het goed gedaan, maar ook zo fout gedaan.
Als ik terugkijk in de tijd.
Welke stijlfiguur herken je hier?
A
herhaling
B
tegenstelling
C
opsomming
Slide 12 - Quiz
Een lach met tranen, zo voel ik mij vandaag.
Geproefd van het leven, zoveel vrienden ongekend.
Welke stijlfiguur herken je hier?
A
herhaling
B
tegenstelling
C
opsomming
Slide 13 - Quiz
Met bloed zweet en tranen, zei ik, rot hier nu maar op.
Met bloed zweet en tranen,
Zei ik vrienden, dag vrienden, de koek is op.
Welke stijlfiguur herken je hier vooral?
A
herhaling
B
tegenstelling
C
opsomming
Slide 14 - Quiz
Geef bij de volgende zinnen aan van welke stijlfiguur gebruik is gemaakt.
Slide 15 - Diapositive
Niemand die je helpt en niemand die je ziet. Nee, niemand die je ziet.
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Herhaling
D
Climax
Slide 16 - Quiz
Koning, keizer, admiraal. Ik ken ze allemaal.
A
Tegenstelling
B
Drieslag
C
Herhaling
D
climax
Slide 17 - Quiz
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder.
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Herhaling
D
Climax
Slide 18 - Quiz
De hoogste kwaliteit voor de laagste prijs.
A
Drieslag
B
Omgekeerde climax
C
Herhaling
D
Tegenstelling
Slide 19 - Quiz
Joris was blij, nee, opgetogen, zelfs uitzinnig van vreugde met het cadeau.
A
Tegenstelling
B
Omgekeerde climax
C
Climax
D
Herhaling
Slide 20 - Quiz
H2
hyperbool, eufemisme, understatement
Slide 21 - Diapositive
Hyperbool
Een hyperbool is een sterke overdrijving.
We hebben ons kapot gelachen.
Zijn ogen vielen uit zijn kassen toen hij zag dat iemand zijn auto had gestolen.
Slide 22 - Diapositive
Eufemisme
Een eufemisme verzacht de werkelijkheid bij vervelende situaties.
Hij gaat creatief om met de waarheid.
Onze hond is gisteren heengegaan.
Slide 23 - Diapositive
Understatement
Een afzwakking. Iets minder erg laten lijken dan het is. Vaak is dit grappig bedoeld
Messi kan wel een aardig balletje trappen.
Dat is een prima huisje
Slide 24 - Diapositive
Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
Slide 25 - Quiz
Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
Slide 26 - Quiz
Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
Slide 27 - Quiz
De dierenarts heeft het arme dier moeten laten inslapen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
Slide 28 - Quiz
Die miljonair heeft wel
een aardig optrekje.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
Slide 29 - Quiz
Maken deze week!
Woordenschat-stijlfiguren H1. Opdracht 1 t/m 3 + 6
Woordenschat-stijlfiguren H2. Opdracht 1 t/m 4
Deze week af:
Fictieautobiografie en minimaal 1XP (opdracht)
Opdracht inleveren in Classroom.
Slide 30 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Stijlfiguren
Novembre 2023
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Stijlfiguren
Novembre 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Stijlfiguren 3v
Novembre 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Stijlfiguren havo 3 H1&H2
Octobre 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Stijlfiguren 3v
Janvier 2023
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Stijlfiguren
Mars 2024
- Leçon avec
41 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H.1 Woordenschat - Stijlfiguren: Herhaling, tegenstelling, opsomming
Juin 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
12/03 Stijlfiguren H1, H2 en H3
Février 2024
- Leçon avec
42 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3