Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Ontdek New York: Een les over present simple
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je praten over New York in de present simple.
Slide 2 - Diapositive
Leg het doel van de les uit en laat de leerlingen weten wat ze aan het einde van de les zullen kunnen doen.
Wat weet jij al over New York?
Slide 3 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de present simple?
De present simple is de basisvorm van een werkwoord. Het wordt gebruikt voor alledaagse handelingen en feiten die altijd waar zijn.
Slide 4 - Diapositive
Leg kort uit wat present simple is en waar het voor wordt gebruikt.
New York City
New York City is een bruisende stad in het noordoosten van de Verenigde Staten. Het is de grootste stad van het land en heeft veel iconische bezienswaardigheden.
Slide 5 - Diapositive
Geef wat basisinformatie over New York City en laat eventueel wat foto's zien.
Bezienswaardigheden
Er zijn veel bezienswaardigheden in New York City, zoals het Vrijheidsbeeld, Central Park en Times Square.
Slide 6 - Diapositive
Noem een aantal bezienswaardigheden en laat eventueel foto's of video's zien.
Present Simple: Bevestigende zinnen
Bijvoorbeeld: 'I love New York City.'
Slide 7 - Diapositive
Geef een voorbeeld van een bevestigende zin in de present simple en laat de leerlingen eventueel zelf voorbeelden bedenken.
Present Simple: Ontkennende zinnen
Bijvoorbeeld: 'I don't like New York City.'
Slide 8 - Diapositive
Geef een voorbeeld van een ontkennende zin in de present simple en laat de leerlingen eventueel zelf voorbeelden bedenken.
Present Simple: Vraagzinnen
Bijvoorbeeld: 'Do you like New York City?'
Slide 9 - Diapositive
Geef een voorbeeld van een vraagzin in de present simple en laat de leerlingen eventueel zelf voorbeelden bedenken.
Oefening: Schrijf zinnen over New York City
Laat de leerlingen individueel of in groepjes zinnen schrijven over New York City in de present simple.
Slide 10 - Diapositive
Geef de leerlingen tijd om zinnen te schrijven en loop rond om eventuele vragen te beantwoorden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Question ouverte
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.