Taalverzorging H1 les 1: Werkwoorden

Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas
Stap 2: Pak je leesboek, Chromebook, schrift en boek Nederlands
Stap 3: Beantwoord de vraag: Hoe noemen we woorden als: fietsen, hebben, zijn, lopen, praten etc.?
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Volg het stappenplan, dan maken we er een mooie les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas
Stap 2: Pak je leesboek, Chromebook, schrift en boek Nederlands
Stap 3: Beantwoord de vraag: Hoe noemen we woorden als: fietsen, hebben, zijn, lopen, praten etc.?

Slide 1 - Diapositive

Antwoord vraag: Werkwoorden
Leerdoel
Aan het einde van de les kan ik werkwoorden herkennen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?
  • Lezen
  • Gedicht
  • Woordsoorten: Wat zijn werkwoorden?
  • Oefenen werkwoorden herkennen
  • Instructie zelfstandig werken: Opdracht 1 t/m 5 Online
  • Extra uitdaging: Mavo+ zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord.
  •  Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pak je leesboek erbij!
Je gaat 10 minuten lezen.

Boek niet bij je? Aangeven + boek lezen uit
de kast
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startopdracht
Lees het gedicht op blz. 28 van je boek.

In het gedicht komt heel vaak het woord heppie voor.
Wat betekenen de woorden heppie in het gedicht?

Noteer de antwoorden in je schrift.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoorden
1. heppie: Blij
2. heppie: heb je
3.  heppie: heb je
4. heppik:  heb ik
5. heppie: heb jij
6. heppie: blije
7. hep: heb

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordsoorten: werkwoorden
Woordsoort: wat voor soort woord is het.
Een van de woordsoorten is het werkwoord.
Werkwoord: Een werkwoord zegt wat iemand doet of wat iets overkomt.

Kenmerk werkwoord: Je kunt een werkwoord vervoegen (verschillende werkwoordsvormen)
Voorbeelden:
Lopen: Ik loop, jij loopt, wij hebben gelopen. Spatten: Ik spat ,hij spat, wij hebben gespat.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer het werkwoord uit de zin:
In augustus gaan we op vakantie.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer het werkwoord uit de zin:
Ik was vanmorgen veel te laat op school.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer de werkwoorden uit de zin:
Zou jij niet dat cadeautje pakken?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer het hele werkwoord:
Tim maakte het huiswerk niet af.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie zelfstandig werken
Wat ga je doen? Maken opdracht 1 t/m 5 online via Planning.
Hoe werk je: De mensen zonder mavo+ werken in stilte. 
Hulp: Je kunt geen hulp vragen aan de docent. Wel na de instructie van mavo+.
Tijd: Tot 5 minuten voor het einde van de les maak je de opdrachten.
Klaar: Lezen in je leesboek of leren voor een ander vak.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig werkwoord + hulpwerkwoord
Een werkwoord heeft twee verschillende soorten:
  • Zelfstandig werkwoord
  • Hulpwerkwoord.
In de zin is er altijd een zelfstandig werkwoord.
Als een zin meerdere werkwoorden heeft, dan zit er ook een hulpwerkwoord bij als: hebben, zijn, kunnen, worden, zullen, willen

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld
Ik zou wel een glas chocolademelk lusten.
Welk werkwoord is het belangrijkste?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gegeten
heb = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik heb gegeten
Het zelfstandig werkwoord is:
A
heb
B
ik
C
gegeten
D
er zit geen werkwoord in de zin

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het zelfstandig werkwoord?
Ik heb de was opgehangen.

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem de werkwoorden heeft en gesprongen uit de volgende zin:
Hij heeft op de trampoline gesprongen.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik kan uit een zin het zelfstandig werkwoord en het hulpwerkwoord halen.
Ja
Nee

Slide 19 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Controleren leerdoel:
Benoem de werkwoorden uit de zin:
Ik heb het leren voor de toets uitgesteld.

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions