Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Rekenen
Verhoudingen
Slide 1 - Diapositive
Doel van de les
Je leert verhoudingen herkennen.
Je herkent verhoudingen die gelijk zijn aan elkaar.
Je leert verhoudingen kleiner te maken (en groter).
Je leert rekenen met verhoudingen.
Je leert rekenen met de verhoudingstabel.
Slide 2 - Diapositive
3.1 blz 80
Slide 3 - Diapositive
Verhoudingen
Verhoudingen geven aan hoe twee (of meer) grootheden zich tot elkaar verhouden.
Je komt ze veel tegen, bijvoorbeeld bij het koken. Voorbeeld Voor 4 personen heb je 300 gram noedels nodig. Je gaat koken voor 8 personen. Hoeveel gram noedels heb je nodig?
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
6 appels kosten in
de winkel € 2,10
Hoeveel kosten 3 appels?
Slide 8 - Diapositive
De verhouding 5 : 15 hoort bij...
A
1:2
B
1:3
C
1:4
D
1:5
Slide 9 - Quiz
De verhouding 4 : 8 hoort bij...
A
1:3
B
1:5
C
1:2
D
1:6
Slide 10 - Quiz
En deze? 4:6
A
8:10
B
12:18
C
2:3
D
6:2
Slide 11 - Quiz
Wat is de verhouding van 3:6?
A
1:2
B
5:9
C
2:3
D
4:6
Slide 12 - Quiz
Als de verhouding van appels tot sinaasappels 2:3 is, hoeveel sinaasappels zijn er als er 10 appels zijn?
A
15
B
20
C
7
D
5
Slide 13 - Quiz
De kaas kost € 2,30 per 100gram. Indy koopt 300 gram. Hoeveel moet ze betalen?
A
€ 4,60
B
€ 6,90
C
€ 1,10
D
€ 6,60
Slide 14 - Quiz
Verhoudingstabellen.
In een verhoudingstabel kun je de getallen die onder elkaar staan met hetzelfde getal vermenigvuldigen of door hetzelfde getal delen.
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
uitrekenen op je blaadje.
Slide 17 - Diapositive
voor 4 personen heb je 600 gram nodig. Voor 9 personen heb je dus...... gram tomaten nodig.
A
1250 gram
B
1200 gram
C
1300 gram
D
1350 gram
Slide 18 - Quiz
Vraag
Indy koopt 3 kilogram appels. De appels kosten € 1,80 voor 2 kilogram. Hoeveel moet Indy voor de appels betalen?
Schrijf je berekening uit.
Slide 19 - Diapositive
De kaas kost € 2,30 per 100gram. Indy koopt 300 gram. Hoeveel moet ze betalen?
A
€ 4,60
B
€ 6,90
C
€ 1,10
D
€ 6,60
Slide 20 - Quiz
6 appels kosten in
de winkel € 2,10
Hoeveel kosten 5 appels?
Slide 21 - Diapositive
6 appels kosten in de winkel € 2,40 Wat kosten 5 appels
A
€ 0,40 cent
B
€ 200 cent
C
€ 2,- euro
D
€ 4,00
Slide 22 - Quiz
Reken uit met een verhoudingstabel:
Een oude auto gebruikt 60 liter diesel om 600 kilometer af te leggen. Hoeveel kilometer rijdt deze auto met 1 liter diesel?