H4.1 Aanloop Tweede Wereldoorlog

Duitsland 
Het  Derde Rijk (1933-1945)

Leg klaar: 
1. Lessonup ingelogd
2. Boek op blz. 23 en aantekeningen
3. Studieplanner
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Duitsland 
Het  Derde Rijk (1933-1945)

Leg klaar: 
1. Lessonup ingelogd
2. Boek op blz. 23 en aantekeningen
3. Studieplanner

Slide 1 - Diapositive

Wanneer was het Interbellum?
A
1914 - 1940
B
1914 - 1945
C
1918 - 1939
D
1919 - 1940

Slide 2 - Quiz

Bekijk de spotprent.
Wat wil de tekenaar hiermee zeggen?
A
Het Verdrag van Versailles was zo groot dat iemand er doorheen kon kruipen
B
De Duitsers zijn ternauwernood ontsnapt aan het Verdrag van Versailles
C
Het Verdrag van Versailles is mede dankzij Hitler's partij tot stand gekomen.
D
Het Verdrag van Versailles is een oorzaak van de opkomst van Hitler en zijn partij.

Slide 3 - Quiz

Hoe heet de politieke partij van Hitler?
A
DAP
B
NSB
C
NSDAP
D
SS

Slide 4 - Quiz

Wie waren géén vijanden van de Republiek van Weimar?

A
Sociaal-Democraten
B
Communisten
C
Conservatieve elite + leger
D
Extreem rechtse groepen

Slide 5 - Quiz

Wat gebeurde er met Hitler na de mislukte staatsgreep in 1923?
A
Hitler kreeg alleen een boete
B
Hitler moest de gevangenis in
C
Hitler werd verbannen naar Oostenrijk
D
Hitler kreeg een taakstraf

Slide 6 - Quiz

welke twee leiders van totalitaire regimes zijn dit?
A
Stalin en Mussolini
B
Hitler en Lenin
C
Stalin en Hitler
D
Mussolini en Hitler

Slide 7 - Quiz

Wat was het gevolg van het Dawesplan?
A
massale werkloosheid
B
opkomst van Hitler en NSDAP
C
verbeterde economische situatie
D
hyperinflatie

Slide 8 - Quiz

Wat hield de machtigingswet in?
A
Dat Hitler nu mocht regeren zonder parlement
B
Dat Hitler nu het hoofd was van de regering
C
Dat Hitler partijleider werd van de NSDAP
D
Dat Hitler hoofd van het leger werd

Slide 9 - Quiz

In welk jaar wint Hitler de Duitse verkiezingen?
A
1923
B
1929
C
1930
D
1932

Slide 10 - Quiz

Waar kennen we Marinus van der Lubbe van?
A
Hij zat met Hitler in de gevangenis
B
Hij stak de Rijksdag in brand
C
Hij was de rechterhand van Hitler
D
Hij was de oorzaak van de Kristallnacht

Slide 11 - Quiz

Wat was het onderwerp van de afbeelding bij de vorige vraag?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Welk land koesterde de meeste wrok tegen Duitsland na WOI, was het meest rancuneus?
A
Italië
B
Groot-Brittannië
C
Frankrijk
D
De VS

Slide 15 - Quiz

Weimarrepubliek: econ. onrust

Slide 16 - Diapositive

Democratische kabinetten tot 1933

Slide 17 - Diapositive

Tussen 1919 en 1933 kende de Weimarrepubliek 21 democratische kabinetten. Hoeveel hadden dat er minimaal kunnen zijn?

Slide 18 - Question ouverte


Brand in de Rijksdag 
27 februari 1933


De Rijksdag is het Duitse parlementsgebouw, daar zit de regering. 
Een Nederlandse communist, Marinus van der Lubbe, wordt 
opgepakt, veroordeeld en geëxecuteerd. 

Hitler komt met de machtigingswet:

Slide 19 - Diapositive


Machtingswet
24 maart 1933



  • Gevolg Rijksdagbrand: noodtoestand. 
  • Machtigingswet: onbeperkte macht voor Hitler --> dictatuur --> eenpartijstaat

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

De SA (Stürmabteilung)

  • Nacht van de lange messen juni 1934
  • top van knokploegen (onder wie Ernst Röhm) NSDAP wordt geheel geliquideerd

Slide 22 - Diapositive

Lebensraum
Gebieden in centraal- en oost-Europa die de Duitsers volgens de Nazi's nodig hadden om te leven.

Slide 23 - Diapositive

Inname Rijnland 1936
Het Rijnland is een stuk land op de grens van Frankrijk en Duitsland. Bij het VvV werd het Rijnland een gedemilitariseerde zone. In 1936 liet Hitler de Duitse Wehrmacht het Rijnland bezetten.

Slide 24 - Diapositive

Hitler: "De 48 uur na het binnenmarcheren van het Rijnland zijn de spannendste van mijn leven geweest."

Slide 25 - Diapositive

Wat maakte de inname van het Rijnland voor Hitler zo spannend?

Slide 26 - Question ouverte

Hitler wil goed overkomen

Organiseren Olympische Spelen 1936
Praten met andere leiders
Positieve kant laten zien
= Propaganda

Slide 27 - Diapositive

Der Anschluss 1938
Hitler weet Oostenrijk te annexeren (inlijven/ inpikken) 

Hitler beweerde dat de Oostenrijkers dolenthousiast waren. Is dat ook de mening van de cartoonist?

Slide 28 - Diapositive

Sudetenland 1938
Hitler wilde alle Duitssprekende mensen verenigen ("Heim ins reich")
In Tsjecho-Slowakije had je bv Sudeten-Duitsers
Hitler wilde dit Sudetenland bij het Duitse rijk voegen
Frankrijk en Engeland probeerden te bemiddelen > München

Slide 29 - Diapositive

Conferentie van München 1938

Slide 30 - Diapositive

Appeasementpolitiek
  • De toegeeflijke politiek die vooral gevoerd werd door de Engelse premier Chamberlain noemen we ook wel appeasementpolitiek
  • Toegeven aan Hitler om oorlog te voorkomen

Slide 31 - Diapositive

Welke reden voert de cartoonist aan om in te stemmen met de Duitse annexatie van het Sudetenland?

Slide 32 - Question ouverte

Stalin voelde zich gepasseerd bij de Conferentie van München. Wanneer wreekt dat zich?

Slide 33 - Question ouverte


Duitsland bezet geheel Tsjechoslowakije maart 1939 



Rest van Tsjechoslowakije wordt nu ook bezet
Duitse mensen hebben meer "lebensraum" nodig om te leven.

Slide 34 - Diapositive

Molotov-Ribbentrop Pact
augustus 1939



  • Hitler en Stalin zijn elkaars politieke vijanden
  • Hitler wil er echter zeker van zijn dat de Sovjet-Unie geen oorlog tegen hem  gaat beginnen, als Duitsland Polen aanvalt.
  • Na Duitse inval Polen wordt het land verdeeld onder Duitsland en Sovjet-Unie
  • Ze  sluiten een niet-aanvalsverdrag.

Slide 35 - Diapositive

Op de grond ligt Polen

Slide 36 - Diapositive

Zelfstandig werken
Maak H4.1 opdracht 11 t/m 15 = huiswerk
timer
15:00

Slide 37 - Diapositive

Welk kenmerkend aspect is nog meer een reden voor de opkomst van Hitler?
A
politieke stromingen
B
crisis van het wereldkapitalisme
C
propaganda en nieuwe communicatiemiddelen
D
totalitaire ideologieën

Slide 38 - Quiz

Historici leggen vaak het verband tussen de opkomst van Hitler en de economische situatie in Duitsland in de jaren twintig. Welk begrip is een directe oorzaak voor het aan de macht komen van Hitler?
A
Beurskrach
B
Dawesplan
C
Hyperinflatie (1923)
D
Herstelbetalingen

Slide 39 - Quiz

Bewering: Hitlers opkomst is voor een deel te danken aan het beïnvloedden van de massa via de media
A
Waar
B
Niet waar

Slide 40 - Quiz

Wat is een totalitaire staat?
A
De staat bepaalt wat je denkt en hoe je doet
B
De staat bepaalt wat je eet en hoe je doet
C
Je bepaalt zelf wat je denkt en hoe je doet
D
Een democratie met een grondwet

Slide 41 - Quiz

Wat is geen kenmerk van een totalitaire staat?
A
Tegenstanders worden opgesloten in strafkampen.
B
Journalisten mogen kritiek uiten op de overheid.
C
Er is een dictator aan de macht.
D
Op school leren kinderen over de staatsideologie.

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Vidéo