4. Luchtdruk en wind

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Luchtdruk en wind

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen wat luchtdruk is en hoe wind ontstaat.

• Je kunt de windkracht en windrichting verklaren met behulp van de begrippen hoge druk en lage druk.

EXAMENVRAAG

EXAMENVRAAG

EXAMENVRAAG

Het ontstaan van wind 

Wind is de verplaatsing van lucht aan het aardoppervlak. 

Dit ontstaat door temperatuurverschillen op de aarde. 

In warme gebieden

1. stijgt de lucht
2. daalt de lucht

Als warme lucht stijgt ontstaat er een

1. overschot aan lucht
2. tekort aan lucht

Lucht die gestegen is

1. warmt op
2. koelt af

De afgekoelde lucht is zwaarder daardoor ontstaat er een

De stromingen van lucht van hoge naar lage lucht en weer terug, noem je een windsysteem. 

Wind 

Windsnelheid: 

- aan de kust meer wind dan landinwaarts 

Windkracht: 

- schaal van Beaufort 

Luchtdruk 

De lucht om ons heen, drukt op de aarde. 

Het gemiddelde voor Nederland is 1.015 hPa(hectopascal)

00:42

Wat is luchtdruk?

01:25

Wat is de gemiddelde luchtdruk?

1. 1000 hPa
2. 1010 hPa
3. 1013 hPa
4. 1020 hPa

02:01

Wat is een isobaar?

1. Een lijn die punten van gelijke neerslagintensiteit verbindt.
2. Een lijn die punten van gelijke luchtdruk verbindt.
3. Een lijn die punten van gelijke windkracht verbindt.
4. Een lijn die punten van gelijke temperatuur verbindt.

Overnemen 

Isobaren en windkracht 

Alle punten met dezelfde druk kun je met een lijn aan elkaar verbinden. Dit noemen we ISOBAREN. 

Staan de isobaren dicht bij elkaar, dan waait het harder. Verder uit elkaar, dan waait het minder. 

In welk deel van NL waait het volgens deze bron het hardst?

In het noorden zitten de lijnen dichter bij elkaar. 

1. In het noorden
2. In het midden
3. In het het zuiden
4. Het waait overal even hard

Waar moet de weerman de H en de L neerzetten?

Windrichting 

Wind waait altijd van H naar L. Zo kan je ook kijken hoe de windrichting is in een bepaald gebied. 

Wat is de windrichting van deze bron?

1. Noordenwind
2. Oostenwind
3. Zuidenwind
4. Westenwind

Hoe goed ken je het nu? 

Lucht stroomt altijd van

1. noord naar zuid
2. zuid naar noord
3. hoge luchtdruk naar lage luchtdruk
4. lage lucht druk naar hoge luchtdruk

Hoe meet je luchtdruk?

1. Luchtdrukmeter
2. Barometer
3. Thermometer
4. Isobarenmeter

Rond de tropen vind je voornamelijk...

1. Gebieden met een hoge luchtdruk
2. Gebieden met een lage luchtdruk

Bij hoge luchtdruk gaat het regenen

1. juist
2. onjuist

De Noordpool en Zuidpool hebben een lage luchtdruk

1. Goed
2. Fout

Punten met een gelijke luchtdruk
heten:

1. Isobaren
2. Isothermen
3. Isotopen
4. Isostaren

Plaats de juiste omschrijving bij de juiste locatie

Evenaar

30 graden noorder- & zuiderbreedte

Lage luchtdruk

Hoge luchtdruk

Neerslag

Zonnig

Bewolkt

Droog

Sleep de hoge- en lage luchtdruk naar de juiste plek op de weerkaart

Hoge luchtdruk

Lage luchtdruk

De overheersende windrichting in Nederland is

1. Noordenwind
2. Westenwind
3. Zuidenwind
4. Oostenwind

Wat moet je nu kunnen en kennen? 

Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 

Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.

Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Welk woord hoort er niet bij?

beaufort - windkracht - zeewind - windsnelheid 

zeewind 

Welk woord hoort er niet bij?

barometer - beaufort - hectopascal - luchtdruk 

beaufort 

Welk woord hoort er niet bij?

hoge druk - maximum - wind - H

wind 

Welk woord hoort er niet bij?

windrichting - isobaren - bewolking - zeewind 

bewolking 

Welk woord hoort er niet bij?

storm - briesje - orkaan - windstil 

briesje