V6 herhaling Hoofdstuk 9 massacultuur

• Kunst
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

H9 Massacultuur

Periode Massacultuur

1. 1850-1900
2. 1900-1950
3. 1950-2000
4. 2000-heden

Kenmerken Massacultuur

1. Welvaart, dagelijks leven, vernieuwing, onbegrensde mogelijkheden, oppervlakkigheid
2. Welvaart, goede handel, pracht en praal, adel.
3. inhoud boven vorm, hoe hogere sociale klasse hoe succesvoller, populaire massamedia
4. men zocht antwoorden over de aard van de kunst van het leven, verzet tegen traditionele opvattingen.

1. modernisme
2. postmodernisme

1. modernisme
2. postmodernisme

Form follows function

Cultuurrelativisme

Sterrendom

Utopie

herwaardering figuratie

Fusion / Cross over

Originaliteit is belangrijk

Multidisciplinair 

MODERNISME

MASSACULTUUR

POSTMODERNISME

Geef een voorbeeld van een subcultuur

Kunstenaars zoeken soms leermeesters, volgen een academie. De staat koopt soms kunst van de kunstenaars, er ontstaat een vrije markt. Musea en verzamelingen worden door prive verzamelaars of door de staat opgezet.

1. Hofcultuur
2. Romantiek en Realisme
3. Modernisme
4. Massacultuur

Kunstenaars volgen een individualistische leerroute, maar gebruiken wel eclecticisme (meerdere stijlen). Er zijn subsidies beschikbaar voor kunstenaars, sommige kunstenaars regelen sponsors. Kunst wordt verhandeld, geveild en gekocht soms als investering.

1. Hofcultuur
2. Romantiek en Realisme
3. Modernisme
4. Massacultuur

Kunstenaars volgen experimentele academies, niet meer de traditionele academies. Vormen zelf gezelschappen (Bauhaus, Ballet Russes etc). Kunst wordt in galerieen verzamelt, maar ook individuen verzamelen werk. De staat verzamelt nog oude kunst.

1. Hofcultuur
2. Romantiek en Realisme
3. Modernisme
4. Massacultuur

De ambachten uit de middeleeuwen nemen een minder belangrijke rol in. In de middeleeuwen werkte men in gildes, gezamenlijk aan grotere werken. In deze periode de kunstenaars voor soms een rijke familie, voor de katholieke kerk, de koning etc. Lodewijk XIV zet de academies op.

1. Hofcultuur
2. Romantiek en Realisme
3. Modernisme
4. Massacultuur

Wat is het verschil tussen disco en dance muziek?

Noem een voorbeeld uit je eigen leven van een hyperrealiteit