Logistiek

Logistiek
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Logistiek

Slide 1 - Diapositive

Een distributiecentrum zorgt voor de opslag en verspreiding van de voorraad van één enkel filiaal?
A
Juist
B
Onjuist?

Slide 2 - Quiz

Een vestiging van een grootbedrijf noemen we ook wel eens franchise
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Wat is het nadeel van een open magazijn
A
Veel papier werk vooraf
B
Moeten wachten voordat je het krijgt
C
Kans op diefstal is groter

Slide 4 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met het lossen van goederen?
A
Uitpakken van de goederen
B
Brengen naar de ontvangstruimte van de goederen
C
Invoeren in de computer van de goederen
D
In de magazijnstelling plaatsen

Slide 5 - Quiz

Wat is een voorbeeld van kwantitatieve controle
A
Kijken of artikelen beschadigd zijn
B
Kijken of het de juiste kleur is.
C
Kijken of de juiste aantallen zijn geleverd
D
Kijken of er niks over datum is

Slide 6 - Quiz

Magazijndolly
Rolcontainer
Steekwagen
Meerdere dozen tegelijk rijden zonder dat dit veel kracht kost.
Het vervoeren van losse goederen
Plank waarop je zonder te tillen een artikel kan verplaatsen

Slide 7 - Question de remorquage

Wat zijn winkeldochters
A
Dingen die uit de mode zijn
B
Ander woord voor een dochteronderneming
C
Dingen die beschadigd zijn
D
Dingen die gesloten zijn.

Slide 8 - Quiz

Wat is niet criminele derving
A
Fraude
B
Inbraak
C
Iets expres laten vallen/ gooien
D
Cola die over de datum gaat.

Slide 9 - Quiz

Pakbon
Vrachtbrief
Offerte
Hierop staat hoeveel colli er wordt geleverd
Dit is een aanbieding van een bedrijf hoeveel de goederen of diensten gaan kosten
Hierop staat wat er in de zending zit.

Slide 10 - Question de remorquage

Een CMR vrachtbrief is bedoeld voor vervoer over/ door
A
de lucht
B
de weg
C
het spoor
D
het water

Slide 11 - Quiz

Als ik 3 dozen ontvang met ieder 4 kleinere doosjes. In die kleine doosjes zitten 5 artikelen. Hoeveel colli heb ik dan ontvangen?
A
3
B
4
C
5
D
60

Slide 12 - Quiz

Als dozen een beetje schots en scheef op een pallet staat dan noemen wij dat een ...
A
Kolomstapeling
B
Bonte stapeling
C
Verbandstapeling
D
Standaard stapeling

Slide 13 - Quiz

Hoe heet de werkelijke voorraad die in je bedrijf ligt?
A
Technische voorraad
B
Economische voorraad
C
Administratieve voorraad
D
Minimum voorraad

Slide 14 - Quiz

Een bedrijf verkoopt kaas. Ze verkopen gemiddeld 8 pakken kaas per dag. De levertijd is 4 dagen en de veiligheidsvoorraad is 3 stuks. Hoeveel bedraagt de minimumvoorraad?
Vul enkel het antwoord in zonder berekening of toevoeging

Slide 15 - Question ouverte

De voorraad op 1-1 was € 32.000,- De voorraad op 1-7 was € 40.000,- De voorraad op 31-12 was € 36.000,-
Bereken de gemiddelde voorraad.
Noteer het antwoord als getal (zonder punt, komma of €)

Slide 16 - Question ouverte