3.1 Klimaten op aarde

Hoofdstuk 3 - Klimaat
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3 - Klimaat

Slide 1 - Diapositive

3.1 Klimaten op aarde 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Als je klaar bent met deze paragraaf dan weet je wat het verschil is tussen weer en klimaat.
  2. Als je klaar bent met deze paragraaf dan kun je bepalen of een klimaat op hoge of lage breedte voorkomt.
  3. Als je klaar bent met deze paragraaf dan kun je de kenmerken van de klimaten noemen en aangeven waar ze voorkomen.

Slide 3 - Diapositive

Weer of klimaat? 

Slide 4 - Diapositive

Het weer
Temperatuur, neerslag en wind op een bepaald moment op een bepaalde plaats

Bijvoorbeeld: In Amsterdam is het droog maar in Almere regent het vanmiddag.

Slide 5 - Diapositive

Het klimaat
Het gemiddelde weer over dertig jaar in een groter gebied

Voorbeeld: 
In Brazillië is er een tropisch klimaat. Het is er altijd erg warm en het regent er vaak.


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Noem 3 elementen van het weer

Slide 8 - Question ouverte

Klimaten
Breedtegraden in de buurt van de evenaar liggen op: lage breedte

Breedtegraden tussen de lage en hoge breedte liggen op: gematigde breedte

Breedtegraden dicht bij de polen liggen op: hoge breedte



Klimaten op hoge breedte:
- Toendra klimaat
- Poolklimaat
Klimaten op gematigde breedte:
- Zeeklimaat
- Landklimaat
Klimaten op lage breedte: 
- Tropischregenwoudklimaat
- Savanneklimaat
- Steppeklimaat
- Woestijnklimaat

Slide 9 - Diapositive

Het regent vandaag
A
Weer
B
Klimaat

Slide 10 - Quiz

In de zomer is het hier altijd lekker warm!
A
Weer
B
Klimaat

Slide 11 - Quiz

Gemiddeld is het hier ongeveer 20 graden.
A
Weer
B
Klimaat

Slide 12 - Quiz

Morgen gaat het heel erg stormen!
A
Weer
B
Klimaat

Slide 13 - Quiz

Bij ons is het droog, maar bij mijn neef in Spanje regent het nu
A
Weer
B
Klimaat

Slide 14 - Quiz

Nederland ligt op hoge breedte.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Nederland ligt op:
A
Lage breedte
B
Gematigde breedte

Slide 16 - Quiz

Wat is klimaat?
A
Het weer
B
Het gemiddelde weer in 30 jaar
C
Het weer in de hele wereld

Slide 17 - Quiz

Als je van de evenaar naar de noordpool gaat kom je verschillende hoofdklimaten tegen.

Slide 18 - Diapositive

Landklimaat
  • zomer warm
  • winter koud
  • korter groeiseizoen vergeleken met gematigd zeeklimaat
Woestijn klimaat 
  • overdag warm
  • erg droog, gemiddeld minder dan 250 mm neerslag per jaar
  • rotswoestijnen en soms alleen zand


Toendra klimaat 
  • in de zomer komt de temperatuur boven 0 ⁰C in de winter onder 0 ⁰C
  • zomer duurt kort en de winter duurt lang
  • grond is lang bevroren
  • groeien geen bomen

Tropisch regenwoudklimaat 
  • Bij de evenaar
  • Altijd warm
  • Het regent er bijna iedere dag
  • Weinig verschil tussen seizoenen

Savanne klimaat 
  • altijd warm
  • regentijd zorgt voor afwisseling, droge en natte periode in het jaar
  • er groeien bomen

Gematigd zeeklimaat 
  • ligt in de nabijheid van zeeën en oceanen
  • verschil tussen zomer- en wintertemperatuur is niet zo groot
  • zomer- en winterseizoen


Poolklimaat
  • temperatuur blijft altijd onder 0 ⁰C
  • op de hoogste toppen van de Alpen en de Himalaya ligt eeuwige sneeuw (Hooggebergte klimaat)

Steppe klimaat
  • wordt nooit echt koud
  • regentijd duurt korter dan in het savanneklimaat
  • groeien geen bomen meer

Slide 19 - Diapositive

Sleep de klimaten naar de juiste foto
Savanne-klimaat
Steppe-klimaat
Tropisch-klimaat
Woestijn-klimaat

Slide 20 - Question de remorquage

Savanne klimaat
Toendra klimaat
Tropisch regenwoud- klimaat
Land-
klimaat

Woestijn- klimaat
Steppe- klimaat
Pool-klimaat
Zeeklimaat

Slide 21 - Question de remorquage

Wat voor klimaat heeft
Nederland?
A
koud klimaat
B
gematigd klimaat
C
tropisch klimaat
D
koud klimaat

Slide 22 - Quiz

Aan de slag!
Lezen: Paragraaf 3.1 Klimaten op aarde
Maken: opdrachten 2, 4, 5, 6
timer
1:00

Slide 23 - Diapositive