Hv1c -- 28-11-2024

Hv1c -- 28-11-2024
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hv1c -- 28-11-2024

Slide 1 - Diapositive

How are you feeling today?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

For Today
- NewsRound [watch]
- Vragend en Ontkennend maken [explanation]
- Vragend en Ontkennend maken [practise]
- Game
- Homework

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Recap

Present simple

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Hoe zat het ook maar weer???
Gebruik: wanneer iets altijd, vaak of nooit gebeurt.
Hoe: SHIT-Happens regel
She, he en it - krijgen achter het werkwoord een -s
  • I like
  • you like
  • he / she / it likes

  • we like
  • you like
  • they like

Slide 7 - Diapositive

Grammar: Present simple
1. Wanneer gebruik je de present simple?
2. Hoe maak je de present simple? (oftewel hoe vervoeg je 'm?)
3. Zijn er belangrijke spellingsregels?
4. Zijn er uitzonderingen waar je rekening mee moet houden?

Deze antwoorden vormen je samenvatting, deze gebruik je om in groepjes aan elkaar de Present Simple uit te leggen.

Slide 8 - Diapositive

1. Wanneer gebruik je de present simple?

Miss Terpstra drives to school every Thursday.
Feit! 
Maar vooral routine en regelmatige gebeurtenis -> 
present simple!

Vaak worden deze signaalwoorden gebruikt: 
every day, often, frequently, every Tuesday, twice a week etc.

Slide 9 - Diapositive

Present simple
We often ........... (to talk) about or holiday.
A
talk
B
talks

Slide 10 - Quiz

Present simple
It ....... (to start) in 10 minutes.
A
start
B
starts

Slide 11 - Quiz

Present simple
I never ....... (to wear) this dress to school.
A
wear
B
wears

Slide 12 - Quiz

Present simple
They ...... (to visit) us every summer.
A
visit
B
visits

Slide 13 - Quiz

Present simple
He ..... (to call)
A
call
B
calls

Slide 14 - Quiz

Present Simple - vraagzinnen 
Normale zin in de Present Simple:
  • She plays the piano on Sundays

Dezelfde zin maar dan in de vragende vorm:

  • Does she play the piano on Sundays?
  • Do you play the piano on Sundays?

Let op: Als je does gebruikt vervalt de 's' achter het ww

Slide 15 - Diapositive

Present Simple - Ontkennende zinnen
Hoe maak je nu een ontkennende zin met de Present Simple?

She like(s) boxing.

Slide 16 - Diapositive

Hoe weet je dit?
  1. Kijk om wie het gaat in de zin
  2. Bij he / she / it zet je doesn't erachter 
  3. Bij I/you/we/you/they zet je don't erachter
  4. Haal de -s in het werkwoord uit de originele zin weg als deze erin staat.
  5. Wat wordt het dan? 

                                          

Slide 17 - Diapositive

Answer:
  • She doesn't like boxing.

Slide 18 - Diapositive

Do of does?
....... he live in Holland?
A
do
B
does

Slide 19 - Quiz

Do of does?
....... Ann always call Sam?
A
do
B
does

Slide 20 - Quiz

Do of does?
....... Tom and Jerry fight a lot?
A
do
B
does

Slide 21 - Quiz

Do of does?
....... you want to send an email?
A
do
B
does

Slide 22 - Quiz

Don't of doesn't?
No, we ..... live in London.
A
Don't
B
Doesn't

Slide 23 - Quiz

Don't of doesn't?
No, she ..... like flying
A
don't
B
doesn't

Slide 24 - Quiz

Don't of doesn't?
No, I ..... know him
A
don't
B
doesn't

Slide 25 - Quiz

Don't of doesn't?
No, it ....... look good.
A
don't
B
doesn't

Slide 26 - Quiz

present simple (algemeen)
present simple (vragen)
present simple (ontkenningen)

Slide 27 - Diapositive

Let's play a game!

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Lien