Talent - 2A - 1.5 - Woorden

klas 8
Zitten volgens plattegrond! :)
Aanwezigheid + materiaal
10 minuten stil lezen
timer
10:00
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

klas 8
Zitten volgens plattegrond! :)
Aanwezigheid + materiaal
10 minuten stil lezen
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

klas 8

Talent hoofdstuk 1
Paragraaf 5
Woorden

Slide 2 - Diapositive

Doelen:
Je leert
1. 20 nieuwe woorden gebruiken;
2. wat voorvoegsels en achtervoegsels zijn.




Slide 3 - Diapositive

20 nieuwe woorden
Iemand nog vragen over deze woorden?

Slide 4 - Diapositive

Voorvoegsel
Achtervoegsel

Slide 5 - Diapositive

Voorvoegsel
Bij sommige woorden kun je een stukje voor het woord toevoegen; een voorvoegsel.
De betekenis van het woord verandert door een voorvoegsel.

Voorbeelden van voorvoegsels: her- : herexamen
                                                                    in- : informeel
                                                                    on- : onjuist

Een voorvoegsel heeft vaak wel een betekenis: on-  = niet; her- = opnieuw

Door te kijken naar een voorvoegsel kun je de betekenis van een woord beter achterhalen.

Slide 6 - Diapositive

 Veelgebruikte voorvoegsels
Er zijn verschillende voorvoegsels, die allemaal iets anders betekenen.


voorvoegsel
betekenis
mis - 
slecht/verkeerd
on-
niet
her-
nog een keer

Slide 7 - Diapositive

Noem 3 (woorden met) voorvoegsels

Slide 8 - Question ouverte

Een voorvoegsel is een...
A
voorzetsel
B
een deel van het woord met eigen betekenis
C
een deel van het woord zonder eigen betekenis
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quiz

Welk woord heeft een voorvoegsel?
A
geklets
B
gezwam
C
oeverloos
D
misverstand

Slide 10 - Quiz

Wat is GEEN voorvoegsel?
A
mis-
B
inter-
C
ge-
D
aan-

Slide 11 - Quiz

 Herhaling veelgebruikte voorvoegsels
voorvoegsel
betekenis
voorbeeld
mis-
slecht/verkeerd
mislukt
on-
niet
onbetrouwbaar
wan-
geen/slecht
wangedrag
her-
nog een keer
hergebruik

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag:
Maak in je boek
 opdracht 8 t/m 15 af van hoofdstuk 1.5 woorden
(blz. 42 t/m 45)
opdrachten 12, 13 en 15 hoeven niet!
Werk rustig,  werk voor jezelf

Slide 13 - Diapositive