Gramm.zinsdelen-Bijvoeglijke bepaling H.4-havo2

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je hoe je bijvoeglijke bepalingen en bijstellingen in een zin kunt vinden


1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je hoe je bijvoeglijke bepalingen en bijstellingen in een zin kunt vinden


Slide 1 - Diapositive

In sommige zinsdelen geven zinsdeelstukken (bepalingen) extra informatie over het belangrijkste woord van het zinsdeel, de kern.

Als de kern een zelfstandig naamwoord is, is er sprake van een bijvoeglijke bepaling (bijv.bep). 

Zo’n bijvoeglijke bepaling kan vóór of achter het zelfstandig naamwoord staan.

Slide 2 - Diapositive

ZELFSTANDIG NAAMWOORD



Woorden voor mensen
bakker - tandarts - boer - leerling - jongen - meisje
Woorden voor dieren
hond - paard - lieveheersbeestje - panda - marmot
Woorden voor planten
tulp - roos - eik - dennenboom - tulp - boterbloem
Woorden voor dingen
iPad - telefoon - kast - etui - kleed - broek - stoel
me-di-pla-di
Woorden voor namen
Kees - Sofie - Praxis - Albert Heijn - Coca Cola - Haribo - Apple - Jansen
Woorden voor gevoel
liefde - haat - angst - geluk - pijn - dorst - boosheid

Slide 3 - Diapositive

 Er kunnen ook meer bepalingen bij één zelfstandig naamwoord horen. In de voorbeeldzin hieronder is de kern vetgedrukt en zijn de bepalingen onderstreept:

– De bekende regisseur van deze thriller / heeft / tot mijn grote verrassing / al eerder / twee heel mooie films / gemaakt.

Slide 4 - Diapositive

Let op: lidwoorden (De), voornaamwoorden (deze, mijn) en telwoorden (twee) zijn op zichzelf geen bijvoeglijke bepaling; ze kunnen wel deel van een bijvoeglijke bepaling zijn.

Slide 5 - Diapositive

Zo vind je de bijvoeglijke bepaling(en)  

1-Verdeel de zin in zinsdelen 
2-Onderstreep per zinsdeel de zelfstandige naamwoorden 
3-Noteer dan de woorden die extra informatie geven over de zelfstandige naamwoorden.


 Dat zijn de bijvoeglijke bepalingen. 


Slide 6 - Diapositive

Noteer die zo:
– bijv.bep = bekende → regisseur
– bijv.bep = van deze thriller → regisseur
– bijv.bep = grote → verrassing
– bijv.bep = heel mooie → films

Slide 7 - Diapositive

Overeenkomst bijvoeglijk naamwoord en bijvoeglijke bepaling is?
Lijkt heel veel op het bijvoeglijk naamwoord
(gezien de naam niet zo toevallig natuurlijk).
Net als het bijvoeglijk naamwoord geeft de bijvoeglijke bepaling een kenmerk van een zelfstandig naamwoord aan.

Slide 8 - Diapositive

Verschillen bijvoeglijk naamwoord en bijvoeglijke bepaling zijn?
Een bijvoeglijk bepaling is meestal een bijvoeglijk naamwoord, maar kan ook een bezittelijk voornaamwoord zijn, bijvoorbeeld: mijn kat, jouw vriend, onze spullen.
Een bijvoeglijke bepaling kan uit één of meerdere woorden bestaan.
Er kunnen meerdere bijvoeglijke bepalingen in een zin kunnen staan.
Een bijvoeglijke bepaling is altijd onderdeel van een ander zinsdeel (vaak van het lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp)

Slide 9 - Diapositive

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 10 - Diapositive

H2A-2021

Slide 11 - Diapositive

                                          H2B-2021

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Aan de slag

Slide 14 - Diapositive

Gebruik de theorie bij het maken van de opdrachten

Maken:

blz. 124
Startopdr. 
opdr. 1 t/m 4

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive