Les 5 KUA: analyse dans

dansanalyse: let op, inloggen met i-pad
Doel van de les: oefenen analyseren van een dans
Wat moet je aan het eind van deze les kunnen:
gestructureerde analyse maken
verschillende begrippen toepassen in je analyse
waar gaat het om:
leren interpreteren van dans dmv formele aspecten

1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 10 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

dansanalyse: let op, inloggen met i-pad
Doel van de les: oefenen analyseren van een dans
Wat moet je aan het eind van deze les kunnen:
gestructureerde analyse maken
verschillende begrippen toepassen in je analyse
waar gaat het om:
leren interpreteren van dans dmv formele aspecten

Slide 1 - Diapositive

Kunst analyseren: wat doe je dan?
Voor alle disciplines moet je iets kunnen zeggen over:
  • Voorstelling: wat is er te zien / horen? Wat is het onderwerp/verhaal/thema/idee/concept?
  • Vormgeving: hoe wordt de voorstelling vormgegeven / afgebeeld door middel van beeld/ dans/spel/muziek/filmtechniek?
  • Materialen/technieken (bij beeldende kunst) of theatervormgeving (bij podiumkunsten): Waarmee, met welke materialen en technieken, wordt de voorstelling vormgegeven?

Voor alle disciplines moet je de begrippen kennen waarmee je deze onderwerpen kunt beschrijven. Via magister vind je de online omgeving van de Bespiegeling met drills waarmee je de kunstbeschouwelijke begrippen kunt trainen.

Slide 2 - Diapositive

Welke dansstijlen ken je?

Slide 3 - Carte mentale

We kijken zo naar een aantal filmpjes. 
Welke dansstijlen zie je?

Let op de volgende punten:

- Welke muziek hoor je?
- Wat voor kleding dragen de dansers?
- Wat voor schoenen dragen de dansers?
- Welke bewegingen zie je?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Welke dansstijl was dit?
A
Jazzdance
B
Moderne dans
C
Hiphop
D
Afro dans

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Vidéo

Welke dansstijl was dit?
A
Jazzdans
B
Klassiek ballet
C
Modern ballet
D
Graham

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

Welke dansstijl was dit?
A
Afro
B
Klassiek ballet
C
Poppin'
D
Moderne dans

Slide 10 - Quiz

Er zijn verschillende soorten dans. We maken onderscheid tussen theaterdans en gezelschapsdans.
Gezelschapsdans: 
Hoort bij een bepaalde cultuur / streek / land. Toegankelijk voor veel mensen. Meestal geen verhaal.
Theaterdans:
Gemaakt voor een publiek. Heeft vaak een verhaal of een boodschap. 

Slide 11 - Diapositive

Dans analyse
Doelen:

  • De begrippen leren die je gebruikt bij het analyseren van een dansvoorstelling
  • Leren kijken naar en analyseren van een dansvoorstelling

Slide 12 - Diapositive

Dans analyse
  • Tijd
  • Kracht (in de video: 'energy')
  • Ruimte

(in de volgende video worden ook actie en lichaam besproken)

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Tijd
Dans voltrekt zich niet alleen in de ruimte, maar ook in tijd:

- duur (acht maten voor een paar passen, avondvullend voor een sprookjesballet bijvoorbeeld)
- tempo (van uiterst langzaam tot extreem snel)
- maat en ritme (in combinatie met muzikale kenmerken) Let op dat je ritme niet verward met tempo


Slide 15 - Diapositive

Kracht
Dansers zetten altijd een bepaalde kracht in om te dansen. Dans is, vanuit kracht gezien, een spel tussen de krachtsinzet van de danser en de zwaartekracht die voortdurend inwerkt op zijn/haar lichaam. De ingezette kracht kan variëren van zeer sterk tot zeer zwak. Denk hierbij aan:

- spanning (of ontspanning)
- gewicht
- aanzet, impuls

Slide 16 - Diapositive

Ruimte
Dans voltrekt zich altijd in ruimte. In de meest brede zin van het woord is ruimte de reële of virtuele plek, locatie, waar de danser danst. Ruimte kent een aantal aspecten, zoals:
- richtingen
- hoogtelagen
- combinaties van richtingen, hoogtelagen en voortbeweging in de ruimte (patronen)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Oefenen: tijd, kracht, ruimte

1. Bekijk de eerste 40 seconden van de video en analyseer de drie elementen in hoofdlijnen.





Slide 19 - Diapositive

Oefenvraag
Het onderwerp van Lamentation (1930) van Martha Graham is de Grote Depressie (wereldwijde economische crisis van 1929-1939). Het personage in de dans is een personificatie van het verdriet zelf.

  • Op welke danselement (tijd, kracht, ruimte) heeft het kostuum het meeste effect? Beschrijf dit effect.
  • Hoe versterkt de keuze voor dit kostuum en het effect daarvan op de beweging (zie je antwoord hiervoor) de inhoud?

Slide 20 - Diapositive

- Op welke danselement (tijd, kracht, ruimte) heeft het kostuum het meeste effect? Beschrijf dit effect.
- Hoe versterkt de keuze voor dit kostuum en het effect daarvan op de beweging (zie je antwoord hiervoor) de inhoud?

Slide 21 - Question ouverte

Antwoord
Strekking antwoord:

Het kostuum is een lange koker/buis gemaakt van paarse jersey.
- Gevolg voor de dansvormgeving: beperking van de beschikbare ruimte voor de danser en richtingen.

- Versterking van de inhoud: variabel.

Slide 22 - Diapositive

opdracht
Bekijk het toegewezen filmpje in duo's
eerste indruk
waar waneer?
vorm->ruimte, tijd, kracht

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Vidéo

examenvraag

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

De Châtel confronteert haar dansers vaak met natuurelementen. Zij
bracht een stuk ten tonele waarin dansers te kampen hadden met harde
wind uit turbines. Ook liet de choreografe hen bewegen in levensgrote
cilinders gevuld met water.
In Föld worden de dansers geconfronteerd met het element aarde.
2p Leg uit hoe dansers en aarde elkaar wederzijds beïnvloeden. 

Slide 30 - Diapositive

maximumscore 2
De antwoorden moeten de volgende strekking hebben:
• De dansers oefenen kracht uit: ze ploegen, maaien, hakken, waardoor
de aarden wal gaandeweg afkalft door hun bewegingen 1
• De aarde biedt weerstand en ‘hindert’ de dansers in hun bewegingen
en put hen uit (en besmeurt hen)

Slide 31 - Diapositive

De voorstelling werd begin jaren negentig ook in Hongarije, De Châtels
geboorteland, gedanst. Het Hongaarse publiek bracht het stuk in verband
met vrijheidsstrijd. Dat kan verklaard worden vanuit de politieke situatie in
het toenmalige Hongarije.
1p Leg dit uit

Slide 32 - Diapositive

Het antwoord moet de volgende strekking hebben:
Men kon zich vereenzelvigen met het geploeter van de dansers die zich
lijken te willen bevrijden uit een ingeperkte ruimte. De Hongaren hebben
als inwoners van een voormalig Oostblokland lang in onderdrukking en/of
gevangenschap geleefd en herkenden hun geschiedenis in een strijd als
deze.

Slide 33 - Diapositive

Opdracht 1 OF...
1. Maak een groep van 5 personen
2. Zoek precies uit hoe de zwaantjes
hun armen hebben en kopieer dit. 
3. Maak een choreografie van 8 maten 
waarin je bewust gebruik maakt van de
elementen tijd, kracht en ruimte (je armen bijven de hele choreo gekruist!)

Zorg dat je de toepassing van de 3 elementen na afloop kunt beschrijven. 

Slide 34 - Diapositive

Opdracht 2
1. Maak een groep van 5 personen
2. Begin in een kring.
3. Maak een korte statige choreografie 
waarin je bewust gebruik maakt van de
elementen tijd, kracht en ruimte.
4. Verwerk in je choreo meerdere begroetingen tussen dansers onderling. 

Zorg dat je de toepassing van de 3 elementen na afloop kunt beschrijven. 

Slide 35 - Diapositive

HUISWERK
Ga naar de digitale leeromgeving van De Bespiegeling.
Bekijk de filmpjes over ruimte, kracht en tijd 
(Bij 'begrippen kunstbeschouwing' - dans)

WB:
- lz. en s. blz. 164 t/m 167 (dans)
- m. blz. 168 opdr. 6, 8, 10 






Slide 36 - Diapositive

Analyseren: extra opdrachten
Bekijk het filmpje op de volgende dia en beantwoord de vragen.

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Beschrijf de VOORSTELLING, wat zie je?

Slide 39 - Question ouverte

Wat kun je zeggen over
TIJD (in dans)
in Le Sacre du Printemps?

Slide 40 - Question ouverte

Wat kun je zeggen over
RUIMTE (in dans)
in Le Sacre du Printemps?

Slide 41 - Question ouverte

Wat kun je zeggen over de
KRACHT (in dans)
in Le Sacre du Printemps?

Slide 42 - Question ouverte