TH2 - Landschappen in soorten en maten

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Landschappen in soorten en maten

Leerdoelen

- Je kent de verschillen tussen een natuurlandschap en een ingericht landschap

- Je kent de verschillen tussen een jong en een oud gebergte.

- Je begrijpt hoe gebergten en laagvlakten ontstaan.

- Je kunt met de atlas bepalen of een gebied een gebergte of een laagvlakte is.

Het plaatje laat de Alpen zien. Waar liggen de Alpen?

1. Frankrijk, Italië, Zwitserland, Oostenrijk
2. Frankrijk, Noorwegen, Zweden en België
3. Oostenrijk, Zwitserland, Duitsland en Tsjechië
4. Oostenrijk, Kroatië, Duitsland en Frankrijk

Uit de introductie:

Wat betekent het woord reliëf?

1. Gesteente
2. Laagland
3. Gebergte
4. Hoogteverschillen

Het plaatje laat allemaal stenen in de rivier zien. Die stenen zijn van de berg afgebroken. Welk woord past daarbij?

1. Reliëf
2. Lawine
3. Verwering
4. Puinhelling

Natuurlandschap of ingericht landschap?

Wat voor landschap zie je hier?

1. Natuurlandschap
2. Ingericht landschap

In welk van deze foto's zie je een natuurlandschap?

1. allemaal
2. 1, 2, 4
3. geen van allen
4. alleen in 3

Beschrijf drie verschillen tussen de bergen in beide afbeeldingen.

Nu bezig met:

- Opdrachten introductie nakijken

- Doorlezen §1.1

- Maken opdrachten §1.1

- Afmaken topografie Europa

Atlas nodig? Kijk naar het laatste cijfer GB ..... 

Een oud gebergte is .... dan een jong gebergte

1. Lager en steiler
2. Lager en vlakker
3. Hoger en steiler
4. Hoger en vlakker

Welke kenmerken horen bij de Alpen?

1. Jong gebergte Middelgebergte
2. Oud gebergte Middelgebergte
3. Jong gebergte Hooggebergte
4. Oud gebergte Hooggebergte