V1 Grammatica Woordsoorten H36

Nederlands
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Oefenen woordsoorten
  3. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Diapositive

10 minuten lezen

Slide 3 - Diapositive

Doel van de les
  • Verschil herkennen tussen zinsdelen benoemen en woordsoorten benoemen
  • Herhalen woordsoorten benoemen.
  • Bijwoord en voorzetsel 

Slide 4 - Diapositive

In welke volgorde moet je zinsdelen benoemen?
A
ow - pv - zinsdelen - wwg - lv - bwb - mv
B
pv - wwg - zinsdelen - ow - bwb - lv - mv
C
zinsdelen - ow - pv - wwg - lv - mv - bwb
D
pv - zinsdelen - wwg - ow - lv - mv - bwb

Slide 5 - Quiz

Grammatica H36
Bijwoorden en voorzetsels

Slide 6 - Diapositive

Welke woordsoorten ken je?

Slide 7 - Carte mentale

Geef een voorbeeld van een vz

Slide 8 - Carte mentale

Sleep de voorzetsels naar het groene vak.
VOORZETSELS
Door
de
drukte
op
straat
botste
de 
vrouw
tegen
iemand
aan

Slide 9 - Question de remorquage

wel een voorzetsel
geen voorzetsel
op
met
tussen
over
tijdens
buiten
werk
onder
binnen

Slide 10 - Question de remorquage

Geef een voorbeeld van een bijwoord

Slide 11 - Carte mentale

Bij welke 3 woordsoorten kan een bijwoord extra informatie geven?

Slide 12 - Question ouverte



Zoek het bijwoord:

Morgen geef ik een feestje.
A
morgen
B
geef
C
een
D
feestje

Slide 13 - Quiz

Zoek het bijwoord:
A
Ik
B
altijd
C
heb
D
pech

Slide 14 - Quiz

Sleep de twee bijwoorden uit de zin. 
bijwoord
Hij 
krijgt
natuurlijk
altijd
de
schuld. 

Slide 15 - Question de remorquage

Wat zijn bijwoorden?
A
in, op, onder
B
gedurende, tijdens, te
C
heel, niet, snel

Slide 16 - Quiz

Woordsoortbenoeming
zww
olw
bnw
znw
vz
bw
Rens
collecteert
voor
een
goed
doel.
morgen

Slide 17 - Question de remorquage

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten?Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en sommige woorden benoem je niet.
znw
bnw
olw
hww
vz
blw
zww
bw
Twan
heeft
voor
zijn
verjaardagsgeld
een
nieuwe
fiets
gekocht.
rode
snel

Slide 18 - Question de remorquage

Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten? Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken.
knappe
znw
bnw
blw
zww
bw
vz
De
dj
draait
op
het
festival
morgen

Slide 19 - Question de remorquage

Ik kan de pv vinden, de zin in zinsdelen verdelen en het wwg, ow, lv, mv en bwb benoemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

Oefenen
Vind je zinsdelen nog moeilijk: oefen dan met de drillsters 3 en 4 van H21 en H22
Vind je het benoemen van de woordsoorten nog lastig: oefen dan met de drillsters 3 en 4 van H6 en 36

Slide 21 - Diapositive

Het onderdeel woordsoorten ken ik...
Heel goed!
Voldoende
Onvoldoende
Helemaal niet

Slide 22 - Sondage