Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H4 Les 3. Gezinnen
H4 Les 3 Gezinnen
1 / 26
suivant
Slide 1:
Diapositive
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
26 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
H4 Les 3 Gezinnen
Slide 1 - Diapositive
Kerngezin of traditioneel gezin
Een volwassen man en vrouw leven samen en hebben samen kinderen.
Ze zijn de biologische ouders van de kinderen.
Slide 2 - Diapositive
Nieuw-samengesteld gezin
Eén of beide ouders brengen kinderen mee in een nieuwe relatie.
Soms hebben ze ook samen nog kinderen.
De niet- biologische ouder van de kinderen in het gezin, wordt vaak plusouder genoemd in plaats van stiefouder.
Slide 3 - Diapositive
Co-ouderschap
Beide ouders DELEN het ouderlijk gezag en staan beiden in voor de opvoeding.
De kinderen wonen op twee adressen.
Slide 4 - Diapositive
Eénoudergezin
Eén volwassene met kinderen van wie hij of zij de biologische ouder is.
Slide 5 - Diapositive
Homo- of lesbogezin
Twee mannen of twee vrouwen die samenleven en kinderen hebben uit
- een vorige heterorelatie
- geadopteerd
- als pleeggezin
Een van de twee kan ook de biologische vader of moeder zijn via draagmoederschap of zaaddonatie.
Slide 6 - Diapositive
Pleeggezin
Eén of twee volwassenen zorgen voor kinderen.
Ze zijn niet de biologische ouders.
Slide 7 - Diapositive
Adoptiegezin
Eén of twee volwassenen hebben kinderen waarvan ze niet de biologische ouders zijn.
Ze zijn juridische ouders.
Slide 8 - Diapositive
Generatiegezin
Ouders en kinderen leven in een groter familieverband met grootouders, tantes, ooms
Slide 9 - Diapositive
Mee-oudergezin
Eén of twee volwassenen, met een eigen gezin,
zorgen samen met de biologische ouders
mee voor de kinderen.
Ze zijn nauw betrokken bij de opvoeding van die kinderen.
Slide 10 - Diapositive
Tienergezin
Een minderjare deelt de opvoeding van zijn of haar kind met een volwassene, meestal met de eigen ouder(s).
Slide 11 - Diapositive
Woongroep
Een grotere groep volwassenen leeft samen, eventueel met kinderen, bv in een commune.
Slide 12 - Diapositive
Begeleid wonen - kindertehuis
Kinderen leven in een gezinsvervangende constructie, vaak met wisselende verzorgers of begeleiders.
Slide 13 - Diapositive
Latgezin
Twee volwassenen leven niet samen, maar hebben wel een relatie en eventueel samen kinderen.
Slide 14 - Diapositive
Onder welke gezinsvorm leef jij?
Slide 15 - Question ouverte
Eén of twee volwassenen met een eigen gezin zorgen mee voor de kinderen van andere ouders en zijn nauw betrokken bij de opvoeding.
A
pleeggezin
B
woongezin
C
mee-oudergezin
D
adoptiegezin
Slide 16 - Quiz
Kinderen leven in een gezinsvervangende constructie, vaak met wisselende verzorgers of begeleiders.
A
pleeggezin
B
adoptiegezin
C
tienergezin
D
begeleid wonen – kindertehuis
Slide 17 - Quiz
Een minderjarige deelt de opvoeding van zijn of haar kind met een volwassene, meestal met de eigen ouder(s).
A
mee-oudergezin
B
tienergezin
C
generatiegezin
D
latgezin
Slide 18 - Quiz
Twee volwassenen leven niet samen, maar hebben wel een relatie en soms samen kinderen.
A
latgezin
B
nieuw samengesteld gezin
C
tienergezin
D
pleeggezin
Slide 19 - Quiz
Eén of beide ouders brengen kinderen mee in een nieuwe relatie. Soms hebben ze ook samen nog kinderen.
A
eenoudergezin
B
nieuw samengesteld gezin
C
latgezin
D
pleeggezin
Slide 20 - Quiz
Eén volwassene met een kind / kinderen van wie hij of zij de biologische ouder is.
A
eenoudergezin
B
nieuw samengesteld gezin
C
latgezin
D
adoptiegezin
Slide 21 - Quiz
Een volwassen man en vrouw leven samen en hebben samen kinderen. Ze zijn de biologische ouders van de kinderen.
A
kerngezin
B
traditioneelgezin
C
latgezin
D
woongroep
Slide 22 - Quiz
Ouders en kinderen leven in een groter familieverband met grootouders, tantes, ooms ...
A
adoptiegezin
B
generatiegezin
C
woongroep
D
pleeggezin
Slide 23 - Quiz
Een grotere groep volwassenen leeft samen, eventueel met kinderen, bijvoorbeeld in een commune.
A
homogezin
B
generatiegezin
C
woongroep
D
pleeggezin
Slide 24 - Quiz
Zelfstandig Werken
H4 Les3 opdracht 18-19-20-21-23
Slide 25 - Diapositive
Koppel het begrip aan de juiste omschrijving.
LAT-relatie
samengesteld gezin
Eenoudergezin
woongroep
een ouder met een of meer kinderen
liefdesrelatie. Maar je woont ieder in je eigen huis
drie of meer alleenstaanden die samenleven
ouder en stiefouder met een of meer kinderen
Slide 26 - Question de remorquage
Plus de leçons comme celle-ci
1. Hoe ziet mijn gezin eruit?
October 2024
- Leçon avec
37 diapositives
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
gezinsvormen les 1 + 2
5 days ago
- Leçon avec
33 diapositives
Pedagogisch handelen
Secundair onderwijs
Gezinsvormen
September 2024
- Leçon avec
19 diapositives
GASV
Buitengewoon secundair onderwijs
STW les
September 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Sociale wetenschappen
Secundair onderwijs
Les 3 Volwassene + uitleg levensverhaal
November 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Ontwikkelingspsychologie
MBO
Studiejaar 1
Gezinsproblemen Les 2 Opvoeden en opvoedingsproblemen
March 2023
- Leçon avec
33 diapositives
Onderwijsassistenten
MBO
Studiejaar 3
Opvoeding en opvoedingsproblemen les 1
November 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Onderwijsassistenten
MBO
Studiejaar 2,3
BG1 - Module 2 - Les 6
December 2023
- Leçon avec
39 diapositives
Beroepsgericht
MBO
Studiejaar 1