Wanneer gebruik je toekomende tijd
-
iets aanbieden
iets beloven
iets aankondigen, voorspellen
-
Voorspelling (geen bewijs) = prediction
Van plan zijn, gaan doen (bewijs) = intention
Use of future tenses in English -
I will get you some more tea.
Anne will call you back later.
They will be home at six.
-
I think that Tom will get a good grade.
Tom is going to do his homework tonight.