4.2 Welzijn

4.2 Welzijn
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

4.2 Welzijn

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Lesdoelen
Uitleg paragraaf 4.2
Check
Opdrachten maken
Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je uitleggen wat welzijn is.

Aan het eind van de les weet je welke drie dingen de HDI bepalen.

Aan het eind van de les kun je het verschil tussen de formele sector en informele sector uitleggen en een voorbeeld noemen.


Slide 3 - Diapositive

Welzijn is:
Levensomstandigheden in een land

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Ranglijst met score levensomstandigheden


HDI
Human development index

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Daarbij wordt gekeken naar
Levensverwachting
Alfabetiseringsgraad 
Koopkracht

Slide 9 - Diapositive

Levensverwachting
Hoe oud wordt iemand?

Slide 10 - Diapositive

Alfabetiseringsgraad
Kan je lezen en schrijven?

Slide 11 - Diapositive

Koopkracht
Hoeveel kan je kopen van je inkomsten?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Formele en informele sector
Formele sector: Je baan is bekend bij de overheid

Informele sector: Niet officiële deel van de economie

Slide 14 - Diapositive

Lezen
Paragraaf 4.2 Welzijn
Bladzijde 178

Slide 15 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je uitleggen wat welzijn is.

Aan het eind van de les weet je welke drie dingen de HDI bepalen.

Aan het eind van de les kun je het verschil tussen de formele sector en informele sector uitleggen en een voorbeeld noemen.


Slide 16 - Diapositive

Leg in je eigen woorden uit wat welzijn is.

Slide 17 - Question ouverte

Welke drie dingen bepalen hoe hoog je op de HDI staat?

Slide 18 - Question ouverte

Een schoenmaker op straat die niet staat ingeschreven bij de overheid valt onder de:
A
Informele sector
B
Formele sector

Slide 19 - Quiz

Een supermarktmedewerker met een vast contract valt onder de:
A
Informele sector
B
Formele sector

Slide 20 - Quiz

Een beroep dat hoort bij het niet officiële deel van de overheid valt onder de:
A
Informele sector
B
Formele sector

Slide 21 - Quiz

Maken paragraaf 4.2 
Opdracht 2,3,4 en 6
Klaar? Maak de woordzoeker
timer
10:00

Slide 22 - Diapositive