Much, many & a lot of 2g

Much, many & a lot of
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Much, many & a lot of

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van de les kan je
  • Vertellen wat much, many & a lot of betekenen in het NL.

  • Het verschil in gebruik tussen much, many & a lot of uitleggen en toepassen.

Slide 2 - Diapositive

Wat denk jij dat 'much', 'many' & 'a lot of' betekenen?

Slide 3 - Question ouverte

Betekenis
  • Much, many & a lot of betekenen allemaal veel in het Nederlands.


  • Je gebruikt ze alleen niet allemaal hetzelfde. 

Slide 4 - Diapositive

Uitleg much & many
  • Je gebruikt much als het woord dat erna komt enkelvoud en ontelbaar is.

Do you have much work? 
We haven't got much money.

Kan je het woord water tellen?

Slide 5 - Diapositive

Uitleg much & many
  • Je gebruikt many als het woord dat erna komt meervoud en telbaar is.

He hasn't got many friends.
Do we have many videogames?

Tip: Je kunt meervoud herkennen aan de letter -s achter een woord.

Slide 6 - Diapositive

Welk woord hoort waarbij? Sleep het woord naar het juiste witte vlak.
MANY
MUCH
pocketmoney
tables
animals
cars
fun
work
books

Slide 7 - Question de remorquage

A lot of
  • A lot of betekent veel, net als bij many & much.

  • A lot of gebruik je bij bevestigende (+) zinnen.

  • Much/ many gebruik je bij vragende (?)/ ontkennende (-) zinnen. 

Slide 8 - Diapositive

Voorbeelden
  • I have a lot of friends. (+)
  • She has not got many friends. (-)
  • Do we have much homework? (?)
  • The school has a lot of pupils. (+)
  • Our village has not got much snow. (-)
  • Does the cat have many kittens? (?)

Slide 9 - Diapositive

I have got ... problems.
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 10 - Quiz

The dogs aren't ... fun.
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 11 - Quiz

How ... milk is left in the fridge?
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 12 - Quiz

Are there ... animals in that building?
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 13 - Quiz

They haven't got ... paint left in the store
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 14 - Quiz

My brother has ... problems with my dad.
A
many
B
much
C
a lot of

Slide 15 - Quiz

Ik snap de grammatica - much/ many/ a lot en kan dit ook toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Work
Bladzijde 55
Oefening 2 t/m 7

Slide 17 - Diapositive