5.2

VERMOGEN
Spanning x Stroomsterkte = Vermogen
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

VERMOGEN
Spanning x Stroomsterkte = Vermogen

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen van vandaag
  • Herhaling elektriciteit: model
  • Wat is spanning? stroom?
  • In Serie, parallel
  • nieuwe stof: VERMOGEN

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Spanning
Spanning is een grootheid met afkorting U. De eenheid van spanning is Volt afkorting V. Spanning zorgt ervoor hoe snel de elektronen bewegen door een stroomkring. Hoe hoger de spanning is hoe sneller de elektronen kunnen bewegen.

Slide 4 - Diapositive

Stroomsterkte
Stroomsterkte is grootheid met afkorting I (hoofdletter i). De eenheid van stroomsterkte is Ampere afkorting A. De stroomsterkte geeft aan hoeveel elektronen er per seconde een plek passeren. 1 Ampere is gelijk aan 625 duizend miljoen elektronen.  Dus hoe groter de stroomsterkte is hoe meer elektronen er per seconde door een draad heen gaan.

Slide 5 - Diapositive

Vermogen
Elektrisch vermogen is een grootheid met afkorting P. De eenheid van vermogen is Watt afkorting W. 
Vermogen is altijd afhankelijk van spanning en stroomsterkte. Hoe groter die allebei worden, des te groter het vermogen van een apparaat wordt. 
Het vermogen geeft aan hoeveel elektrische energie een apparaat verbruikt per seconde of uur. 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Formule
Vermogen = Spanning x Stroomsterkte


P=UI

Slide 8 - Diapositive

Eigen ervaring met vermogen

Slide 9 - Diapositive

vragen maken 
H2 alle opdrachten tm 46 af

Slide 10 - Diapositive