Startrekenen Vooraf H10 Meten-1

Startrekenen Vooraf
H 10 Meten -1
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Startrekenen Vooraf
H 10 Meten -1

Slide 1 - Diapositive

Lengte meten 

Slide 2 - Diapositive

Wat meet je waarmee?
De lengte van een boek.
Lengte van een kamer.
Maten van je kleding.

Slide 3 - Question de remorquage

Wat is lengte?

Slide 4 - Question ouverte

Lengte 
De lengte van een figuur geeft aan hoe lang dat figuur of voorwerp is
Soms hebben ze het ook wel over afstand.

Bijvoorbeeld:
  • De Lengte van de woonkamer is 7 meter. 
  • De afstand van Alphen aan den Rijn naar Leiden is 15 km.

Slide 5 - Diapositive

Met welke eenheid meet je?

Slide 6 - Diapositive

welke lengtematen ken je?

Slide 7 - Carte mentale

De afstand naar Haarlem of Amsterdam geef ik aan in ..........
A
meter
B
kilometer
C
hectometer
D
centimeter

Slide 8 - Quiz

De punt van een potlood geef ik aan in....
A
decimeter
B
centimeter
C
decameter
D
millimeter

Slide 9 - Quiz

De hoogte van een deur is ongeveer....
A
2 decimeter
B
20 centimeter
C
5 meter
D
2 meter

Slide 10 - Quiz

Wat wordt bedoeld met de zin:
De achtertuin is 15 meter diep.
A
Hoe diep je kunt graven.
B
Hoe lang de tuin is.
C
Wat de oppervlakte van de tuin is.
D
Wat de omtrek van de tuin is.

Slide 11 - Quiz

Als je de breedte van de plank opmeet noem je dat ook wel de .........?

Slide 12 - Question ouverte

Als je meet hoe lang iemand is dan meet de ......

Slide 13 - Question ouverte

Als je de zijkant van een kast meet, dan meet je de...

Slide 14 - Question ouverte

Jan wil meten hoe hoog de tafel is hij meet de ......

Slide 15 - Question ouverte

Als je wil weten of je kan duiken moet je de ......... weten

Slide 16 - Question ouverte

Hoeveel mm is 1 cm?
A
1
B
10
C
100
D
1.000

Slide 17 - Quiz

Hoeveel cm is 1 meter?
A
1
B
10
C
100
D
1.000

Slide 18 - Quiz

Hoeveel meter is 1 kilometer?
A
1
B
10
C
100
D
1.000

Slide 19 - Quiz

Hoeveel mm is een liniaal?
A
3
B
30
C
3000
D
300

Slide 20 - Quiz

De man aan de rechterkant is 2,20 m
hoeveel cm lang is hij?
A
22 cm
B
2.200 cm
C
22.000 cm
D
220 cm

Slide 21 - Quiz

Hoeveel meter is het naar Grijpskerk?
A
6000
B
600
C
6
D
60

Slide 22 - Quiz

Zijn er nog vragen over Hoofdstuk 10: 'meten'

Slide 23 - Question ouverte