Pasgeborene

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

waaruit bestaat het verloskundig onderzoek bij de baby?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat bepaal je met APGAR score?

Slide 6 - Question ouverte

Wat bepaal je met de APGAR score?
  • Ademhaling komt bij de meeste baby  30 seconden na de geboorte op gang
  • Hartfreq normaal rond 130 (110-160)
  • Spierspanning
  • Aspect/kleur > note bijna alle pasgeborene zijn cyanotisch direct na de geboorte
  • Reactie op prikkels 
APGAR is geen afkorting maar de naam van de degene die de score verzonnen heeft; Virginia Apgar

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een reflex?
A
Een bewuste actie van je lichaam
B
Een onbewuste actie van je lichaam

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke twee reflexen zijn reflexen van de baby?
A
Schrikreflex, zoek- en zuigreflex
B
Zoek- en zuigreflex, kruipreflex
C
Kruipreflex, schrikreflex
D
Schrikreflex, kruipreflex

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke observaties worden iedere dag gedaan door de kraamzorg?

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je de eerste ontlasting van een baby?
A
Magnesium
B
Medium
C
Meconium
D
Urine

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de fontanellen?
A
de eerste ontlasting van het kind
B
ruimtes tussen de schedelbeenderen
C
de eerste inentingen die de baby krijgt
D
zuig- grijp- en schrikreflexen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie van jullie heeft als kind borstvoeding gekregen?
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik niet

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zit wel in borstvoeding, maar niet in flesvoeding?
A
vetten en koolhydraten
B
afweerstoffen
C
eiwitten
D
vitamines en mineralen

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het voordeel van borstvoeding geven voor de moeder?
A
Betere hechting met baby
B
Sneller herstel baarmoeder
C
verkleint de kans op borst en eierstok kanker
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk middel wordt gebruikt om de borstvoeding op te wekken?
A
Ferrofumaraat
B
Methyldopa
C
Oxytocine
D
Paracetamol

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn functies van borstvoeding? (meerdere antwoorden zijn goed)
A
De baby voeden
B
Het versterken van band tussen moeder en kind
C
Overbrengen van antilichamen (passieve immuniteit)
D
Overbrengen van witte bloedcellen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen voordeel van het geven van borstvoeding?
A
Je komt sneller terug op je oude gewicht
B
Je baarmoeder krimpt snel terug
C
Je vloeit minder
D
Je hebt naweeën

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als ik borstvoeding geef ben ik niet vruchtbaar en kan ik dus niet zwanger worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij borstontsteking ga je stoppen met de borstvoeding.
A
deze stelling is correct
B
deze stelling is niet correct

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe lang adviseert het WHO om borstvoeding te geven?
A
Minimaal half jaar
B
Minimaal 1 jaar
C
Minimaal 1,5 jaar
D
Minimaal 2 jaar

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een lactatiekundige is een deskundige op het gebied van...
A
Verkoudheid
B
Borstvoeding
C
Luieruitslag
D
Spugen

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de beste voeding voor een pasgeboren baby
A
Olvarit potje
B
Nutrilon flesvoeding
C
geprakte banaan
D
Borstvoeding

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

borstvoeding en flesvoeding kan je combineren
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als ik flesvoeding geef, maken mijn borsten geen melk aan.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vanaf welke leeftijd ga je borst- of flesvoeding vervangen door groente- en fruithapjes
A
2 maanden
B
10 maanden
C
6 maanden
D
12 maanden

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar bewaar je de melkpoeder van de flesvoeding
A
in de koelkast
B
op een droge en koele plaats

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke voeding vind je beter?
A
Flesvoeding
B
Borstvoeding

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een spruw?
A
Infectie dat veroorzaakt wordt door een huidschimmel
B
Gevoelige huid
C
Achtergebleven shampoo of zeepresten
D
Poeder

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is icterus
A
Eerste ontlasting
B
Eerste borstvoeding
C
Geelzucht

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Luieruitslag wordt veroorzaakt door
A
een schimmel
B
een bacterie
C
stofjes in urine en ontlasting
D
eczeem

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kun je doen tegen als de baby last heeft van luieruitslag?
A
Extra wasgel gebruiken
B
Een pleister op plakken
C
Sudocreme smeren
D
Ontsmetten met alcohol

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat weet je van huilbaby's?

Slide 38 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit was de les!
Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat neem je mee van deze les?

Slide 41 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions