5.2 Europa wordt christelijk

5.2 Europa wordt christelijk
§ 5.2 Europa wordt christelijk

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

5.2 Europa wordt christelijk
§ 5.2 Europa wordt christelijk

Slide 1 - Diapositive

Hoe was jullie vakantie?
010

Slide 2 - Sondage

Wat heb je allemaal gedaan?

Slide 3 - Carte mentale

Ik ben op vakantie geweest
A
Ja
B
Nee
C
Ja in Nederland

Slide 4 - Quiz

Was je antwoord net 'ja': waar ben je geweest?

Slide 5 - Carte mentale

Dit weet ik nog van '§5.1: Leenheren en leenmannen':

Slide 6 - Carte mentale

5.2 Europa wordt christelijk
Leerdoelen
1. Je weet op welke manier het christendom in Nederland werd verspreid
2. Je weet hoe Bonifatius de positie van de kerk versterkte
3. Je kunt beschrijven hoe heel Europa christelijk werd
4. Je weet hoe Germaanse tradities bleven bestaan
5. Je kunt beschrijven waardoor geestelijken belangrijk waren in de samenleving

Let op: 'Vermenging van culturen' hoef je niet te kennen!

Slide 7 - Diapositive

0

Slide 8 - Vidéo

Dus:
  • Nederland was vooral heidens aan het begin van de middeleeuwen, mensen geloofden niet in het christendom
  • Werden bekeerd door missionarissen (christenen met een missie ;))
  • De Friezen verzetten zich tegen deze missionarissen
  • Rond 1000 na Christus was haast heel Europa christelijk
  • Vermenging van tradities 

Slide 9 - Diapositive

Missionarissen
  • Geestelijken (christenen) hadden van de paus een missie gekregen --> verspreid het christendom
  • Daarom noemen we ze missionarissen
  • Kwamen vaak uit Engeland en Ierland 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

1. Verspreiding christendom NL
  • 690: Willibrord gaat naar NL met een groep missionarissen om NL (Midden en Noord) te gaan bekeren
  • Pepijn (overgrootvader Karel de Grote) gaf toestemming aan de missionarissen en stuurde soldaten ter bescherming. Ze werkten vanuit Utrecht
  • Willibrord werd benoemd tot aartsbisschop (leider van een groep bisschoppen) en liet op verschillende plekken kerken bouwen
  • Nederlanders hadden een polytheïstische godsdienst
  • Christenen: Germanen hebben niet het juiste geloof en werden heidenen genoemd

Slide 12 - Diapositive

2. Bonifatius
  • Ook Bonifatius gaat als missionaris naar NL en ging daarna naar Duitsland.
  • Hij hakte een Germaanse boom om die zij vereerden en bewees dat er niks gebeurde
  • Werd aartsbisschop in Duitsland  en verdeelde het land in kerkprovincies

Slide 13 - Diapositive

3. Christelijk Europa
  • Missionarissen: heidenen zullen eeuwig pijn lijden in de hel, toch was er veel verzet -> ze werden gezien als indringers
  • Kerken worden in brand gestoken en missionarissen worden vermoord door de Friezen en Saksen (Germanen) -> ze probeerden dus eerst vorsten te bekeren (waarom?)
  • Bij Karel de Grote bekeerden er veel mensen zich
  • Je kon christen worden door te worden gedoopt
  • 1000: bijna heel Europa is christelijk en hierdoor stoppen de Vikingen met hun plundertochten

Slide 14 - Diapositive

4. Vermenging van culturen (geen toetsstof)
Germaanse tradities blijven bestaan, terwijl het christendom zich langzaam verspreidt
-> vermenging Germaans en christelijke cultuur

Bijvoorbeeld:
- Christelijke en Germaanse feesten worden op dezelfde dag gevierd (Pasen en Kerst)
- Dagen van de week


Slide 15 - Diapositive

5. Invloedrijke geestelijken
Paus -> aartsbisschoppen -> bisschoppen -> pastoors

Geestelijkheid had veel invloed op de samenleving: pastoor legt uit hoe je moet leven in een preek en alleen zij konden lezen en schrijven, waardoor ze hoge functies hadden

Monniken en nonnen leefden in kloosters. Ze werkten en bidden alleen maar. Ze schreven christelijke of klassieke teksten over -> 'monikkenwerk'

De kerk werd rijk door geschenken van vorsten en edelen en werden er kloosters gesticht

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Huiswerk:
Komende les gaan we aan de slag met §5.2 in je online werkboek, lees de paragraaf goed door voor de volgende les!

Tip: maak vast een samenvatting!

Slide 18 - Diapositive