5.3 Lezen

5.3 Lezen
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

5.3 Lezen

Slide 1 - Diapositive

planning periode 5 
Pecha kucha 
'Brommer op zee'

Inhalen inplannen
Eindtoets 5.3 & 5.5 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Blz. 93

• een beknopte samenvatting maken;
vaste tekststructuren (verklaringsstructuur, voor- en nadelenstructuur en probleem-oplossingsstructuur) herkennen;
• een schematische samenvatting maken.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

 Beknopte samenvatting
Vat  de hoofdzaken van een tekst samen. 
Je schrijft hele zinnen en gebruikt signaalwoorden en verwijswoorden.

 

Toch altijd moeilijk om de hoofdzaken te vinden. let daarbij op de tekststructuur (opbouw van de tekst). 

Slide 5 - Diapositive

Soorten tekststructuren 
• tekst met een verklaringsstructuur: een tekst waarin een verschijnsel wordt toegelicht (oorzaken, gevolgen, verklaringen);

• tekst met een voor- en nadelenstructuur: een tekst waarin de voor- en nadelen van een bepaald onderwerp worden besproken

• tekst met een probleem-oplossingsstructuur: een tekst waarin een probleem aan de orde komt en een of meer oplossingen worden besproken.

Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld Beknopt
Rex Hofman en Saskia Ehlvest zijn op weg naar hun vakantiebestemming aan de Middellandse Zee. Op een gegeven moment stopt Rex bij een benzinestation aan de Autoroute om te tanken. Saskia gaat naar het benzinestation om wat blikjes drinken te halen. Rex wacht buiten en maakt een foto. Hij denkt terug aan 3 jaar geleden. Toen gingen ze voor het eerst op vakantie en kwamen ze zonder benzine te staan. Saskia had drie uur in de auto moeten wachten en was toen erg in paniek geweest. Ze moest toen denken aan haar droom. In die droom zat ze opgesloten in een gouden ei dat door de ruimte zweefde.

Slide 7 - Diapositive

Schematische samenvatting
Vooral bedoeld om te leren!
Stel de hoofdzaken vast: het onderwerp, de deelonderwerpen en de belangrijkste informatie.
• Vat de informatie samen in steekwoorden of heel korte zinnen.
• Noteer de steekwoorden of zinnetjes overzichtelijk, zodat het verband duidelijk wordt. 

• Geef verbanden tussen de onderdelen aan met signaalwoorden of tekens. Bijvoorbeeld:
= is hetzelfde als ≠ is niet hetzelfde als
→ het gevolg is <--> is het tegengestelde van
• Zet opsommingen (bijvoorbeeld kenmerken, voorbeelden) altijd onder elkaar. Gebruik opsommingstekens, letters of cijfers.

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld schematisch 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag 

Opdracht 1 t/m 3 en 5 t/m 9. 

Taak week 20/21:
5.1 mag online gemaakt worden. 

Slide 11 - Diapositive

5.3 Lezen
Vrijdag 17 mei
2H3

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 1
Waarvoor zou jij een schematische samenvatting gebruiken?
Zelfgemaakte of van een ander? 

Hoe vind je de hoofdzaken in  een tekst? 

Slide 13 - Diapositive

Opdracht 2 
Wat is het verschil tussen een beknopte en een schematische samenvatting? 


Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag
Lezen 5.3 
tot opdracht 14 af! 
Klaar? verder met je pecha kucha 

Slide 16 - Diapositive

5.3 Lezen
dinsdag 20 mei
2H3

Slide 17 - Diapositive

pecha kucha 
Morgen en vrijdag. 


Slide 18 - Diapositive

Lezen 5.3
Tot opdracht 19 deze week af! 

Klaar? aan je pecha kucha

Slide 19 - Diapositive

woorden 5.5
dinsdag 28 mei 
2H3 

Slide 20 - Diapositive

Planning
Brommer op zee
Woorden 5.5 

de les van vrijdag vervalt. 

Slide 21 - Diapositive

Taak week 22 en 23

Opdracht
‘brommer op zee’

Lees de tekst en beantwoord de vragen. 

Slide 22 - Diapositive

Woorden 5.5 
Opdracht 1 t/m 6
Klaar? Ga verder met het lezen van Brommer op zee


Slide 23 - Diapositive

woorden 5.5
Woensdag 28 mei 
2H3 

Slide 24 - Diapositive

Woorden 5.5 
Opdracht 7 t/m 12
Klaar? Ga verder met het lezen van Brommer op zee

Slide 25 - Diapositive

woorden 5.5
Dinsdag 4 juni 
2H3 

Slide 26 - Diapositive

Woorden 5.5 
De Nederlandse taal heeft altijd woorden overgenomen uit andere talen, zoals uit het Latijn, Grieks, Frans en Duits. Zulke woorden heten leenwoorden.

Veel mensen verzetten zich tegen het gebruik van Engelse woorden in onze taal. Zij spreken van taalvervuiling: de zuiverheid van het Nederlands wordt erdoor aangetast.



Slide 27 - Diapositive

Leenwoorden
Frans 
Engels
Latijn
Duits

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Aan de slag
Deze week opdracht 3 t/m 12

Morgen 14 t/m 19

Vrijdag woordenlijst doornemen. 

Slide 33 - Diapositive

woorden 5.5
woensdag 5 juni 
2H3 

Slide 34 - Diapositive

Planning
Vrijdag 7 juni woordenlijst doornemen. 

Volgende week di, wo en vri diatoetsen. Taaltoets en woordentoets. Wat is jullie niveau? 

Laatste week diatoetsen afronden en voorbereiden toetsweek. 
Start toetsweek 21 juni. 



Slide 35 - Diapositive

Bonuscijfer!!
Brommer op zee! 

Telt 0,5x mee. Haal makkelijk een hoog cijfer. 
Laat het alleen even zien. 
Ik heb geen olifantengeheugen 

Slide 36 - Diapositive

Vandaag 
Taken maken!! 
Daltonville 
Brommer op zee! 

Ik moet jullie om de beurt spreken. 
Zelfstandig aan de slag. 
Rustig praten


Slide 37 - Diapositive

Lezen 5.3
Dinsdag 11 juni
2H3 

Slide 38 - Diapositive

Oefenleestoets
Laptop --> Slackgroep 2H3 Nederlands 

Oefentoets H5 
Maak opdracht 1 t/m 5 
In tweetallen of alleen
Klaar? Bij docent nakijken. Fout? terug
Eerste 3 krijgen morgen of vrijdag een kleine prijs.

Slide 39 - Diapositive

Klaar
1. Mohammed (antwoordenmodel)
2. Binyamin, Nathan (antwoordenmodel?)
3. Jason, Moayyad (antwoordenmodel) 
4. Bram en Casper 
5. Marit en Gwenn 
6. Marijn
7. 

Slide 40 - Diapositive