Los números y los colores en Español

1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Welke Spaanse woorden ken jij al?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

In de volgende dia hoor je hoe Spaans klinkt!

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Hier zie je waar er Spaans wordt gesproken.

Slide 6 - Diapositive

Hier zie je waar er Spaans wordt gesproken.

Slide 7 - Diapositive

In welk land wordt NIET Spaans gesproken?
A
Argentinië
B
Brazilië

Slide 8 - Quiz

3

Slide 9 - Vidéo

00:58
Wat is goede morgen in het Spaans?

Slide 10 - Question ouverte

01:14
Wat denk je dat 'buenas tardes' betekent?

Slide 11 - Question ouverte

01:44
Wat is goede nacht in het Spaans?

Slide 12 - Question ouverte

Hoe zeg je goedendag?
A
Buenos dias
B
Bonjour
C
Bom dia

Slide 13 - Quiz

Hoe groet je iemand in het Spaans?
A
Bon dia
B
Buenos dias
C
bon giorno
D
Buenos hola

Slide 14 - Quiz

Getallen
Welke getallen ken jij al in het Spaans? 

Slide 15 - Diapositive

Welke Spaanse getallen ken jij al?

Slide 16 - Carte mentale

Hoe schrijf je het?
  1. = uno         6. seis
  2. = dos         7. siete
  3. = tres         8. ocho
  4. = quatro   9. nueve
  5. = cinco    10. = diez

Slide 17 - Diapositive

1

Slide 18 - Vidéo

01:33
Weet je 3 nog in het Spaans?
drie =

Slide 19 - Question ouverte

Hoe tel je in het Spaans?
A
uno, due, tre
B
uno, dos, tres
C
un, deux, trois

Slide 20 - Quiz

Wat is het getal 9?
A
diez
B
siete
C
nueve
D
ocho

Slide 21 - Quiz

Hoe zeg je: "dankjewel"?
A
Grazie
B
Merci
C
Muchas gracias
D
gracias

Slide 22 - Quiz

Los colores en Español

Slide 23 - Diapositive

8

Slide 24 - Vidéo

00:18
Groen =
A
Verde
B
rojo
C
negro
D
amarillo

Slide 25 - Quiz

00:45
rood =
A
Verde
B
rojo
C
negro
D
amarillo

Slide 26 - Quiz

01:22
wit =
A
Verde
B
rojo
C
negro
D
blanco

Slide 27 - Quiz

01:35
Wat is een 'panadero'?
A
tuinman
B
brandweerman
C
bakker
D
marinier

Slide 28 - Quiz

02:17
zwart=
A
verde
B
rojo
C
negro
D
amarillo

Slide 29 - Quiz

02:41
geel =
A
verde
B
rojo
C
blanco
D
amarillo

Slide 30 - Quiz

02:56
Wat is een 'taxista'?
A
tuinman
B
brandweerman
C
bakker
D
taxichauffeur

Slide 31 - Quiz

03:25
Wat zijn 'naranjas'?

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Vidéo

Sleep de Spaanse woorden naar de juiste kleuren.
amarillo
azul
negro
gris
rojo
verde
blanco
naranja
rosa
marrón

Slide 34 - Question de remorquage

Blauw
A
Rojo
B
Azul
C
Rosa
D
Gris

Slide 35 - Quiz

Welke kleur heeft deze dia?
A
amarillo
B
naranja
C
verde
D
rojo

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Vidéo

Hoe zeg je: Ik heet Mark?
A
Me llamo Mark.
B
mio nome est Mark.
C
Je m appelle Mark.

Slide 38 - Quiz

Schrijf in het Spaans:
Ik heet .... (je naam)

Slide 39 - Question ouverte

Jezelf voorstellen
De spreker in het volgende filmpje heet Tio Spanish. Tio is zijn voornaam. Spanish is zijn achternaam.
Tio gaat zichzelf zo in de volgende video voorstellen. 
Luister goed. Wat versta je al?

Daarna laat Tio zien hoe jij je in het Spaans kunt voorstellen.

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Slide 42 - Vidéo

EWat is het Spaans woord voor 'jongen'?
A
una niña
B
un niño
C
una mujer
D
un Hombre

Slide 43 - Quiz

Wat is het Spaans woord voor 'EN'?
A
o
B
a
C
e
D
y

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Diapositive