5.1 bouw van een plant

Wat maken mensen van planten?
Planten
1 / 34
suivant
Slide 1: Carte mentale
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Wat maken mensen van planten?
Planten

Slide 1 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

5.1 Planten Bekijken

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag leren?
Leerdoelen:
Je kunt delen van een plant benoemen en uitleggen wat hun functies zijn. 
Je kunt delen van een plantencel benoemen en hun functies noemen.
Je kunt uitleggen hoe planten rechtop blijven staan.
Je kunt beschrijven hoe vervoer van water in de plant gaat.
Je kunt uitleggen hoe bomen hun blad verliezen en waarvoor dat is.
Je kunt uitleggen waardoor bloemen en vruchten hun kleur krijgen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Organen plant

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdelen blad
Onderdelen plant

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bladonderdelen
huidmondjes aan de onderkant van een blad

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

weefsel in het blad (dwarsdoorsnede) 
https://www.bioplek.org/animaties%20onderbouw/fotosyntheseonderb/bladonderbouwx.html 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het blad (bron 4)

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plantencellen leven!
Het cytoplasma met de bladgroen-korrels stroomt om de vacuole heen.
Onderdelen van een plantencel.
Leer ze alle 6! Met hun functies!

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

cel
Plantencellen en dierlijke cellen hebben
overeenkomsten en verschillen. Ken je ze al? https://biologiepagina.nl/Flashfiles/Ispring/verschilplantaardigedierlijkecel.htm https://biologiepagina.nl/Flashfiles/Ispring/verschilplantaardigedierlijkecel.htm
https://biologiepagina.nl/Flashfiles/Ispring/verschilplantaardigedierlijkecel.htm 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de taken naar de juiste plek
Dit orgaan is voor de voortplanting. Hier ontstaan zaden, waaruit nieuwe planten groeien.
Water met mineralen opzuigen en verankering in de grond
Hierin lopen de nerven die zorgen voor vervoer van water en stoffen. 
Dit houdt de plant overeind. Hierin lopen dunne 'buisjes' die water en stoffen naar de bladeren en bloemen vervoeren.

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke onderdelen van de plantencel worden hier aangegeven? 
Celwand
Celkern
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Vacuole

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke organellen komen waar voor?
 Kies alleen plantencellen of planten en dierencellen
Plantencel
Planten en dierencellen
Celmembraan
Celkern
Cytoplasma
Bladgroenkorrel
Celwand
Centrale vacuole

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Stevigheid Planten
Kruidachtigen:
zuigen vacuole vol met water,
vacuole druk tegen de celwand, geeft stevigheid (fietsband)
Tekst
Welke cel is stevig? 
Leg uit waarom de ene wel en de andere niet.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stevigheid bij planten
Bron 5.                   Kan je zelf uitleggen wat je hier ziet?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stevigheid bij planten
  • Kruidachtige planten: Stevigheid door water ("fietsband")


  • Houtachtige planten: Stevigheid door houtcellen/houtstof

     

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opname van water en mineralen
Via houtvaten
Bloemen in een vaas:
    via stengels naar de
    bladeren/bloemen waar
    water verdampt via
    huidmondjes.
Planten in de grond:
   via wortels naar de stengels
   naar de bladeren/bloemen
   waar water verdampt via
   huidmondjes.
 

Slide 17 - Diapositive

Water en minderalen worden opgenomen in de wortels en vervoerd via de houtvaten. Water er mineralen zijn anorganisch, dit transport wordt daarom ook wel de anorganische sapstroom genoemd.
Houtvaten
Houtvaten: water en mineralen
gaan omHoog

Wist je dat houtvaten:
- aan de binnenkant van de stengel liggen
- aan de bovenkant van een blad liggen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Transport van stoffen (houtvaten en bastvaten)
Houtvaten 
  • voor water en mineralen
  • van de wortel omhoog
Bastvaten
  •  voor voedingsstoffen
  • vanuit de bladeren naar de rest van de plant

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar gaat het water precies doorheen?
Houtvaten: water + mineralen omhoog
Bastvaten: water + suiker naar beneden

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vaatbundels met houtvaten en bastvaten
Houtvaten: water en mineralen van beneden naar boven (omHoog)
Bastvaten: water en voedingsstoffen van boven naar Beneden.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor verliezen planten hun blad in de herfst?
In de herfst verliest een boom zijn bladeren om uitdroging te voorkomen. Dat gebeurt als volgt:
1. bladgroen gaat van het blad naar de boom/takken
2. Er ontstaan een scheurlaag tussen de bladsteel en de stengel
3. De bladeren vallen af.
4. Er ontstaan een kurklaag om de boom te beschermen.
Op de plekken waar de bladeren hebben vastgezeten zitten bladlittekens. 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tomaat met kleurstofkorrels

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3 typen '...Korrels' komen alleen bij planten voor. 
  • Kleurstofkorrels in cellen van bloemen en vruchten
  • Zetmeelkorrels : bevat opslag zetmeel en is kleurloos
  • Overgaan van type bv. tomaat eerst groen daarna rood
  • Bladgroenkorrels veranderen in rood (herfst)

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Celonderdelen
Celkern, cytoplasma, celmembraam, vacuole, celwand, bladgroenkorrels, zetmeelkorrels en kleurstof korrels 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

5.1        deel 2 Samengevat 
Vervoer van water 
Planten nemen met de wortelharen water en mineralen op.
Houtvaten vervoeren water en mineralen van de wortels naar de bladeren.
Bastvaten vervoeren water en voedingsstoffen naar de wortels en de bloemen.
Hout- en bastvaten liggen bij elkaar in vaatbundels.
De waterstroom blijft op gang doordat er water via de huidmondjes verdampt.
Bladverlies 
Veel bomen en struiken verliezen hun blad in de herfst om verdamping tegen te gaan.
Bladlitteken: kurklaag op plaats waar blad vastzat.
* Kleurstof- en zetmeelkorrels
Kleurstofkorrels: geven kleur rood, geel en oranje.
Zetmeelkorrels: voor opslag reservestoffen.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een plant is een plant als de cel:
A
Bladgroenkorrels, een kern en geen celwand heeft.
B
Geen bladgroenkorrels, een celwand en een kern heeft.
C
Bladgroenkorrels, een celwand en geen vacuole heeft.
D
Een vacuole, bladgroenkorrels en een celwand heeft.

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welk gedeelte van de plant kan de plant zich voortplanten
A
Blad
B
Wortel
C
Stengel
D
Bloem

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bastvaten
In welke richting verloopt het transport in bastvaten?

A
Van de bladeren naar de wortels.
B
Van de bladeren naar alle delen van de plant.
C
Van de wortels naar de bladeren
D
Van de wortels naar alle delen van de plant.

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op plaatsen waar ooit een blad heeft gezeten kan je een .... vinden (vul puntjes in)
A
scheurlaag
B
kurklaag
C
bladlitteken
D
kleurstoflaag

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat vervoeren de bastvaten?
A
water en mineralen
B
water en glucose
C
water en zuurstof
D
water

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de vacuole in een plantencel
A
blaasje gevuld met lucht
B
blaasje gevuld met vocht
C
blaasje gevuld met cytoplasma
D
fietsband in een cel

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De celwand van een plantencel zorgt voor.....
A
het maken van voedsel .
B
een ronde vorm.
C
een stroperige massa.
D
stevigheid.

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions