2425 Hoe kom je tot goede argumenten? VPB0923b

Nederlands 


Argumenteren?
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands 


Argumenteren?

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
  • Theorie ter voorbereiding op examens spreken en schrijven 
  • Wat zijn goede en zwakke argumenten?
  • Drogredenen

Slide 2 - Diapositive

Doelen
  • Je kent het verschil tussen sterke en zwakke argumenten en je bent in staat om sterke argumenten te gebruiken om je standpunt te onderbouwen. 
  • Je weet wat drogredenen zijn. 

Slide 3 - Diapositive

Objectief en subjectief
Objectief
Subjectief
= gebaseerd op feiten
= gebaseerd op een mening
objectieve argumentatie
subjectieve argumentatie

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

De kracht van argumenten

Met argumenten kan een schrijver of spreker  zijn eigen standpunt verdedigen of het standpunt van een ander aanvallen.


Slide 7 - Diapositive

Twee soorten argumenten
Je kunt twee soorten argumenten onderscheiden:

- objectieve argumenten

- subjectieve argumenten

Slide 8 - Diapositive

Objectieve argumenten
- Deze zijn controleerbaar (waar of niet waar).

- Ze zijn bijvoorbeeld gebaseerd op feiten, onderzoek of wetenschap.

Slide 9 - Diapositive

Subjectieve argumenten
-Deze zijn in mindere mate aannemelijk. 

-Ze kunnen sterk of  zwak zijn, dat ligt aan de opbouw van de argumentatie (de redenering). Deze argumenten zijn bijvoorbeeld gebaseerd op vermoedens, levensbeschouwelijke overtuiging of persoonlijke waardeoordelen.

Slide 10 - Diapositive

Zwakke argumenten
  • Zijn vaak subjectief en niet verder onderbouwd
  • Zijn onjuiste argumenten. De informatie klopt niet;
  • Zijn argumenten gebaseerd op drogredenaties en dus niet geldig. 

Slide 11 - Diapositive

Sterke argumenten
  • Een sterk argument is juist en vaak onderbouwd met feiten of onderzoeken;
  • Een sterk argument is geldig en gaat over het onderwerp van de discussie en wijkt daar niet van af. 

Slide 12 - Diapositive

Drogredenen
  • Gaan niet over de inhoud van de discussie of het debat; 
  • Je kan op die manier mensen misleiden in de discussie;
  • Het zorgt voor een zwakke argumentatie. 

Slide 13 - Diapositive

Drogredenen
Drogredenen -> foute argumenten of redeneringen

Veelvoorkomende drogredenen zijn:

Slide 14 - Diapositive

Drogreden
Generalisatie.
Een algemene regel vaststellen op basis van te weinig gegevens.

Bijv:
'Roken is niet slecht voor je, mijn buurvrouw is er oud mee geworden'.

Slide 15 - Diapositive

Drogreden
Onjuist beroep op autoriteit
Beweren dat iets waar is omdat een autoriteit die onbetrouwbaar is, dat zegt.

Bijv:
'Ik vind dat we geen Olympische Spelen in Nederland moeten houden. Dat zegt de voorzitter van onze voetbalclub ook. 

Slide 16 - Diapositive

Drogredenen
De cirkelredenering
Er wordt eigenlijk helemaal geen argument gegeven, maar het standpunt wordt in andere woorden herhaald. In een cirkelredenering wordt dus geen nieuwe informatie gegeven. Bijv:
'Ik vind vrijheid van meningsuiting erg belangrijk, omdat ik vind dat iedereen moet kunnen zeggen wat hij of zij denkt.'

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Waarom is het een debattruc die Wilders toepast?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Vidéo

Geef nu zelf een voorbeeld van een drogredenatie.

Slide 21 - Question ouverte

0

Slide 22 - Vidéo

Waarom is het voorbeeld uit het filmpje een drogreden?

Slide 23 - Question ouverte

Handige link 
https://www.examenoverzicht.nl/nederlands/drogredenen?srsltid=AfmBOoo4OQKhmCpb9F4dq7Qx8S_bAbcKdf3rcafDB1IAmA0ucCA0Lgir

Slide 24 - Diapositive

Terugblik
  • Je kan nu een onderscheid maken tussen een sterk en een zwak argument en je kan sterke argumenten gebruiken in je presentatie.
  • Je weet nu wat drogredenen zijn

Slide 25 - Diapositive