Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Voor - en nadelen Wat is er volgens jullie leuk aan sociale media? En wat is er volgens jullie minder leuk aan sociale media?
Slide 2 - Question ouverte
Stellingen
De docent maakt groepjes.
Je krijgt een paar stellingen te zien waar je het mee eens of oneens kunt zijn
In je groepje ga je eerst 1 à 2 minuten discussiëren over de stelling
Schrijf jouw groepsmening over de stellingen
Slide 3 - Diapositive
Dankzij sociale media heb ik sterkere vriendschappen
Slide 4 - Question ouverte
Ik vind veel likes en volgers best belangrijk
Slide 5 - Question ouverte
Het is goed als ouders toezicht houden op de sociale media van hun kinderen
Slide 6 - Question ouverte
Een grappige sticker van iemand maken en doorsturen naar anderen moet kunnen.
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Vidéo
Een foto of filmpje van een docent maken en doorsturen naar anderen moet kunnen.
Slide 9 - Question ouverte
Als iemand op bijvoorbeeld TikTok om mijn nummer zou vragen, vind ik het prima om dat te geven.
Slide 10 - Question ouverte
Mensen met een openbaar TikTok- of YouTube-account moeten actie ondernemen als ze haatreacties krijgen.
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Vidéo
Het gebruik van scheldwoorden op bijvoorbeeld Whatsapp is minder heftig dan in het echt.
Slide 13 - Question ouverte
Als iemand regelmatig vervelende opmerkingen maakt of rare stickers stuurt in een groepsapp, kun je diegene beter uit de groep verwijderen.
Slide 14 - Question ouverte
Een nieuwe groepsapp aanmaken zonder één bepaald persoon is een vorm van pesten.
Slide 15 - Question ouverte
Online pestgedrag is minder heftig dan fysiek pestgedrag.
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Vidéo
Screenshots van online pestgedrag delen met je mentor is snitchen.
Slide 18 - Question ouverte
Omgangsregels
Bedenk samen met je groep 5 tot 10 regels die aangeven hoe we volgens jullie op school én online met elkaar zouden moeten omgaan, en schrijf deze op het papier.
Let op: probeer de regels positief te formuleren, dus zonder het gebruik van “niet”!
Bedenk een aantal stappen die je kunt zetten als je merkt dat iemand zich (op school of online) niet houdt aan deze omgangsregels, en schrijf deze ook op het papier.
Ten slotte zetten we de regels waar we het allemaal over eens zijn op een poster, die we vervolgens allemaal ondertekenen.