4.3 les 2

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

H10 Maten en hoeveelheden
Lesprogramma: 
  • Vorige les
  • Bespreken van de les- leerdoelen 
  • Instructie 
  • Oefenen 
  • Opdrachten maken 
  • Evalueren van de les- leerdoelen 

Slide 2 - Diapositive

Les- leerdoelen 
Aan het einde van de les:
  • Ken je de eenheden van lengte, gewicht en inhoud;
  • Kun je de verschillende eenheden van lengte, gewicht en inhoud naar elkaar omrekenen;
  • Kun je met deze eenheden rekensommen uitrekenen. 

Alle opdrachten mogen gemaakt worden met een rekenmachine!


Slide 3 - Diapositive

Even oefenen
Rekenen met eenheden
Als je rekent met lengte, gewicht en inhoud, moet je goed op de eenheden letten. Als er naar een andere eenheid wordt gevraagd, moet je omrekenen!

Slide 4 - Diapositive

Ezelsbruggetje
Kan het dametje met de centimeter meten?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Startopdracht
Goed of fout? Schrijf alleen de foute antwoorden
op!
9 m   = 9000 cm               18000 m = 18 km
5 km = 5000 m                 3000 hm = 30 km
3 cm = 30 mm                  26 km     = 260000 dm
5 hm = 500 dam               18 m       = 1,8 km

timer
3:00

Slide 10 - Diapositive

Welke is fout?
9 m = 9000 cm 18000 m = 18 km
5 km = 5000 m 3000 hm = 30 km
3 cm = 30 mm 26 km = 260000 dm
5 hm = 500 dam 18 m = 1,8 km
timer
1:00

Slide 11 - Question ouverte


Noem alle oppervlaktematen
in de volgorde van km2 naar mm2

Slide 12 - Question ouverte

Hoeveel meter is 8 cm?
(8 cm = . . . m)
Hoeveel cm2 is 8 vierkante meter ?
(8 m2 = . . . cm2)
A
800 cm^2
B
80 000 cm^2
C
0,08 cm^2
D
8 cm^2

Slide 13 - Quiz

Hoeveel dm is 0,33 dam?
Hoeveel dm2 is 0,33 dam2?
A
3,3 dm^2
B
0,0033 dm^2
C
33 dm^2
D
3 300 dm^2

Slide 14 - Quiz

Welke eenheid?
De oppervlakte van een deur is . . .
A
2 dam^2
B
2 cm^2
C
2 dm^2
D
2 m^2

Slide 15 - Quiz

900 dm = . . . dam
900 dm2 =  . . .  dam2
A
90.000
B
0,09
C
9,0
D
0,9

Slide 16 - Quiz

0,14 km = . . . m
0,14 km2 =  . . .  m2
A
1 400
B
140
C
140 000
D
14 000

Slide 17 - Quiz


3 m2 + 4 dm2 =  . . .  dm2

Slide 18 - Question ouverte

400 cm + 20 dm = . . . m
40 000 cm2 + 200 dm2 =  . . .  m2

Slide 19 - Question ouverte

400 cm + 20 dm = . . . m
70 dm2 + 30 dm2 =  . . .  m2

Slide 20 - Question ouverte

Maak opdracht 13 t/m eindopdracht

Slide 21 - Diapositive