contaminatie, pleonasme en tautologie

contaminatie, pleonasme en tautologie
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

contaminatie, pleonasme en tautologie

Slide 1 - Diapositive

aan het eind van de les
herken je de stijlfiguren: 
contaminatie, pleonasme en tautologie

Slide 2 - Diapositive

contaminatie

Dit is een verhaspeling van twee woorden of uitdrukkingen die qua betekenis op elkaar lijken.


Vb. De onzin die je me nu opschotelt, geloof ik niet.

opschotelt: opdissen of voorschotelen

Vb. Hij rookt als een ketting.

Hij rookt als een ketter of hij is een kettingroker

Slide 3 - Diapositive

pleonasme

Een deel van de betekenis van een woord wordt in een ander woord herhaald.

  • Vb. Grote reus: een reus is al groot
  • naar het buitenland exporteren: exporteren heeft dat buitenland al in zijn definitie
  • Vooraf waarschuwen. Dat is precies de essentie van waarschuwen dat het vooraf gebeurt.

Slide 4 - Diapositive

tautologie

is een combinatie van woorden die hetzelfde betekenen.

  • Vb. Zij is niet in staat te kunnen komen.
    (In staat zijn = kunnen)
  • Ik ben gedwongen u dit te moeten meedelen.

(Gedwongen zijn = moeten)

Vaste verbindingen zijn erkend als stijlfiguur: 
vast en zeker of wis en waarachtig

Slide 5 - Diapositive

Twee woorden of uitdrukkingen worden door elkaar gebruikt.
Herhaling van de betekenis van een woord of begrip.
Een eigenschap van het woord wordt extra herhaald.
Contaminatie
Pleonasme
Tautologie

Slide 6 - Question de remorquage

Slide 7 - Vidéo

Na korte tijd wisten de eerste docenten even later toch binnen te komen
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
correcte zin

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

"Dat kost duur" is een
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
correcte zin

Slide 10 - Quiz

Wat is de contaminatie?

Slide 11 - Question ouverte

Zodra wij de uitslag hebben, bellen wij u onmiddellijk.
A
pleonasme
B
contaminatie
C
tautologie
D
correcte zin

Slide 12 - Quiz

Wat is de tautologie?

Slide 13 - Question ouverte

De oorzaak van uw problemen is toch echt te wijten aan uw inzicht.
A
pleonasme
B
contaminatie
C
tautologie
D
correcte zin

Slide 14 - Quiz

contaminatie

De oorzaak van uw problemen is toch echt te wijten aan uw inzicht.


De oorzaak van uw problemen is toch echt uw inzicht

of

Uw problemen zijn toch echt te wijten aan uw inzicht

Slide 15 - Diapositive

Aan het eind van de voorstelling daalde het gordijn langzaam naar beneden.
A
tautologie
B
pleonasme
C
contaminatie
D
correcte zin

Slide 16 - Quiz

pleonasme

Aan het eind van de voorstelling daalde het gordijn langzaam naar beneden.


Een eigenschap van dalen is dat het naar beneden is.

daalde het gordijn langzaam

of

ging het gordijn langzaam naar beneden


geen tautologie omdat je niet de een of de andere zomaar kan weglaten

Slide 17 - Diapositive

Er wonen circa 200 à 220 mensen
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
D
correct

Slide 18 - Quiz

tautologie
circa = a

Slide 19 - Diapositive

Vandalisme tiert welig hoogtij in die verpauperde buitenwijken.
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
correcte zin

Slide 20 - Quiz

contaminatie

Vandalisme tiert welig hoogtij in die verpauperde buitenwijken.


vandalisme tiert welig in die ...

of

vandalisme viert hoogtij in die ...

Slide 21 - Diapositive

Ik hoop in staat te zijn de show te kunnen bijwonen.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie
D
correcte zin

Slide 22 - Quiz

tautologie

Ik hoop in staat te zijn de show te kunnen bijwonen.


Ik hoop in staat te zijn de show bij te wonen

of

Ik hoop de show bij te kunnen wonen

Slide 23 - Diapositive

Wij waren gisteren bijna verdwaald in de grijze mist.
A
pleonasme
B
contaminatie
C
tautologie
D
correcte zin

Slide 24 - Quiz

pleonasme
mist heeft als betekenisonderdeel dat het grijs is

Slide 25 - Diapositive

Voordat u een mening vormt, dient u eerst goed na te denken.
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
correcte zin

Slide 26 - Quiz

tautologie

Voordat u een mening vormt, dient u eerst goed na te denken.


Voordat u een mening vormt, dient u goed na te denken

of

U dient eerst goed na te denken als u een mening vormt

Slide 27 - Diapositive

Kwaadwillige laster veroorzaakt veel verdriet
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
correcte zin

Slide 28 - Quiz

pleonasme
laster heeft als eigenschap dat het kwaadwillig is

Slide 29 - Diapositive

Volgens mijn mening kan dit niet langer.
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
correcte zin

Slide 30 - Quiz

contaminatie

Volgens mijn mening kan dit niet langer.


Volgens mij

of Naar mijn mening

Slide 31 - Diapositive

Het rijst de spuigaten uit.
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
correcte zin

Slide 32 - Quiz

contaminatie

Het rijst de spuigaten uit.


Het loopt de spuigaten uit

of

Het rijst de pan uit

Slide 33 - Diapositive

Ik zocht naar zoiets dergelijks.
A
pleonasme
B
tautologie
C
contaminatie
D
correcte zin

Slide 34 - Quiz

contaminatie

Ik zocht naar zoiets dergelijks.


iets dergelijks

of

zoiets

Slide 35 - Diapositive

oefenen met contaminaties...

Slide 36 - Diapositive

De beste reclame is tegenwoordig mond-op-mondreclame.

Slide 37 - Question ouverte

Ik irriteer me dat hij zijn deadline niet haalt

Slide 38 - Question ouverte

Heb je de leerdoelen behaald?
Zo niet: wat vind je nog lastig?

Slide 39 - Question ouverte

In hun publicatie refereren zij naar een welbekende schrijver.

Slide 40 - Question ouverte

Dit team maakt onderdeel uit van een nieuwsredactie.

Slide 41 - Question ouverte

Ik besef me dat ik beter geen schrijver had kunnen worden.

Slide 42 - Question ouverte

Ik houd er niet van om dingen overnieuw te moeten doen.

Slide 43 - Question ouverte

Hij behoort tot een van de beste journalisten.

Slide 44 - Question ouverte

‘Ik was zo moe, ik moest echt even aan de rem trekken’

Slide 45 - Question ouverte

Andere voorbeelden
Afspieken
("afkijken" × "spieken")
Door de war zijn
("in de war zijn" × "door elkaar halen")
Duur kosten
("duur zijn" × "veel kosten"[1] — dit kan ook als gallicisme worden opgevat: coûter cher)
Het is laat dag
("laat" × "kort dag")
Huisvestigen
("huisvesten" × "vestigen")

Slide 46 - Diapositive

Laten tonen
("laten zien" × "tonen")
Mijn tas is kwijt
("Ik ben mijn tas kwijt" × "Mijn tas is weg, zoek")
Mond-op-mondreclame
("mond-op-mondbeademing" × "mond-tot-mondreclame")
Nachecken
("nakijken" × "checken")
Optelefoneren
("opbellen" × "telefoneren")


Slide 47 - Diapositive

Overnieuw
("overdoen" × "opnieuw")
Refereren naar
("refereren aan" × "verwijzen naar")
Rondcirculeren
("rondgaan" × "circuleren")
Triologie
("trio" × "trilogie")
Windje in de rug
("een steuntje in de rug" × "de wind mee hebben")

Slide 48 - Diapositive

Zich beseffen
("zich realiseren" × "beseffen")
Zich irriteren aan [iets]
("[iets] irriteert" × "zich ergeren aan [iets]")
Zich verexcuseren
("zich excuseren" × "zich verontschuldigen")

Slide 49 - Diapositive