woordenschat onweer
1 / 20
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is een bliksemafleider?
A
Wanneer iemand je in een flits onderbreekt
B
Iets wat je heel snel kan afleiden
C
Een metalen stang die de bliksem niet aantrekt
D
Een metalen stang die de bliksem aantrekt en naar de grond afvoer
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Diapositive
Wat is een ander woord voor geleiden?
A
Stromen
B
Inslaan
C
Doorlaten
D
De baas zijn
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Diapositive
Wat is een ander woord voor schuilplaats
A
Hut
B
Veilige plek
C
Grot
D
Dak boven je hoofd
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Wat is donder?
A
Het rommelende geluid wat onweer maakt
B
De lichtflits die bij onweer hoort
C
Druppels die uit de wolken vallen
D
Bevroren regendruppels
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Wat is regen?
A
Het rommelende geluid wat onweer maakt
B
De lichtflits die bij onweer hoort
C
Druppels die uit de wolken vallen
D
Bevroren regendruppels
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Wat is hagel?
A
Het rommelende geluid wat onweer maakt
B
De lichtflits die bij onweer hoort
C
Druppels die uit de wolken vallen
D
Bevroren regendruppels
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
Wat is bliksem?
A
Het rommelende geluid wat onweer maakt
B
De lichtflits die bij onweer hoort
C
Druppels die uit de wolken vallen
D
Bevroren regendruppels
