Week 4 - Warmtetransport

Project 3: Actie Reactie
Week 1: Krachten, grootheden en eenheden
Week 2 & 3: Energie + looptoets
Week 4: warmtetransport + looptoets
Week 5: Straling & snelheid + looptoets


1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Project 3: Actie Reactie
Week 1: Krachten, grootheden en eenheden
Week 2 & 3: Energie + looptoets
Week 4: warmtetransport + looptoets
Week 5: Straling & snelheid + looptoets


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmtetransport

Slide 2 - Diapositive

Warmte kan zich verplaatsen naar een minder koud gebied of object.
Hoe gaat warmtetransport
A
van koud naar warm
B
van warm naar koud

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Drie vormen van warmtetransport

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmtetransport

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke manieren van warmtetransport zijn er?
A
Straling, stroming, isolatie
B
Stroming, straling, vermogen
C
Straling, stroming, geleiding
D
Isolatie, geleiding, stroming

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Warmtegeleiding
Warmtetransport via een direct contact. (v, vl, g)

Een stof die warmte goed geleidt, is een warmtegeleider.

Een stof die warmte slecht geleidt, is een isolator.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geleiding?
Geleiding is wanneer warmte zich door een materiaal verplaatst.
Een voorbeeld hiervan is een radiator die nadat de binnenkant warm wordt, ook van buiten warm wordt.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geleiding?
Bij geleiding geldt:

Het materiaal staat stil.

De warmte beweegt door het materiaal.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een geleider?
Een geleider is een stof waar warmte (en elektriciteit) makkelijk doorheen gevoerd wordt. Een voorbeeld hiervan zijn alle metalen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ga je geleiding tegen?
Geleiding kun je, bijvoorbeeld in de muren van je huis, tegengaan door een slechte geleider tussen de binnen- en buitenmuur te stoppen. Dit noemen we isolatiemateriaal. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een stof die warmte makkelijk vervoert noem je een ......
A
metaal
B
isolator
C
geleider
D
ijzer

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van deze stoffen is een geleider?
A
koper
B
papier
C
hout
D
lucht

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van deze stoffen is een slechte geleider?
A
aluminium
B
koper
C
ijzer
D
lucht

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt hier met warmte?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

warmtegeleider
isolator
Sleep naar het juiste vakje:
ijzer
hout
koper
kunststof
glas
aluminium

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Alle metalen zijn..
A
goede geleiders
B
goede isolatoren

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

geleider of isolator:
plastic
A
geleider
B
isolator

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

geleider of isolator:
steen
A
geleider
B
isolator

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geleider
Isolator
Koper
Bewegende lucht
Water
Kunststof
Hout
Steen
Stilstaande Lucht
ijzer

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Warmtestroming
Warmtetransport via een vloeistof of een gas

De radiator verwarmt de lucht om zich heen.
Warmte lucht is lichter dan koude lucht. Daarom stijgt die op.
De lucht koelt stilaan af.
De lucht zakt weer naar beneden.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1
Warme lucht stijgt op, het wil graag naar boven. Koude lucht zakt weer naar beneden. 
2
De warme lucht kan niet verder naar boven en verplaatst zich naar de plekken in de kamer met koudere lucht. De warmte lucht koelt ook af. 
3
En zakt weer naar beneden. 
4
Aan de rechterkant van de kamer is het warmer, dus de koude lucht wil hierheen om een evenwicht te vinden van warmte in de kamer.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stroming
  • warme lucht en warm water hebben een kleinere dichtheid dan koude  
       lucht of koud water.
      (warm: de moleculen bewegen sneller en hebben meer ruimte nodig.) 

  • Warme lucht en warm water stijgt op.
  • Koude lucht of koud water zakt naar beneden.
  • Hoe groter het verschil in temperatuur hoe sneller de stroming.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stroming
Warmte stroomt met een vloeistof of gas mee.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Warmtestraling
Warmtetransport via een straling
Hier is géén tussenstof voor nodig.

Alles straalt warmtestraling (IR) uit.
Hoe hoger de temperatuur, hoe meer warmtestraling.

Warmtestraling is infrarood (IR) straling.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Straling 
Als je bij een kachel staat voel je de warmte. Als je in de zomer buiten in de zon loopt voel je haar branden. 

Dit is de infrarode straling, de warmte straling. 

je voelt alleen daar de straling waar het rechtstreeks naar toe gaat, 
bijvoorbeeld in de zon: als die in je gezicht schijnt voel je het daar, maar je rug is koud

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Straling
alle voorwerpen stralen warmte uit
bij hogere temperatuur voorwerp: meer warmtestraling

Straling heeft geen tussenstof nodig
de warmte-energie van de zon komt door de ruimte naar de aarde

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Door straling
Zonnestralen zijn een voorbeeld van straling.

De warmte verplaatst zich vanaf de zon naar de aarde. 

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmtetransport door vaste stoffen heet..
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmtetransport door vloeibare stoffen heet..
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Warmtetransport zonder tussenstof heet
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is isoleren?
A
Zorgen dat geleding, stroming en straling beter gaat.
B
Zorgen dat geleiding en stroming beter gaat.
C
Zorgen dat stroming en straling wordt tegengegaan.
D
Zorgen dat stroming, geleiding en straling wordt tegengegaan.

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vorm van warmtetransport zie je hier?
A
geleiding
B
stroming
C
straling
D
alle 3

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het lepeltje dat al een tijdje in de hete thee staat voelt warm aan de bovenkant
A
Stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je zit naast een kampvuur en voelt de warmte op je gezicht.
A
stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De tegels van de badkamer voelen koud aan als je er met je blote voeten op gaat staan.
A
stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Via de golfstroom komt veel warm zeewater van de evenaar naar de noordzee.
A
stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De vloeistof in een koortsthermometer bij koorts.
A
Stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het glas van een koortsthermometer bij koorts.
A
Stroming
B
straling
C
geleiding

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Straling
Stroming
Geleiding
Warmte van een kachel
Warmteverdeling van warmte in de CV
Warmte van het handvat van de lepel in de hete soep
Warmte van het paasvuur
kokend water in de waterkoker
Zon
eieren bakken in de koekenpan
Warmteverdeling in de woonkamer van de radiator

Slide 41 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vormen van warmtetransport komen wij tegen bij een radiator?
A
Geleiding en straling
B
Geleiding en stroming
C
Stroming en straling
D
Geleiding, straling en stroming

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vorm van warmtetransport gebruikt de zon om de aarde te verwarmen?
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Plaats de afbeeldingen bij het juiste warmtetransport.
Geleiding
Stroming

Straling

Slide 44 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Plaats de afbeeldingen bij het juiste warmtetransport.
Geleiding
Stroming

Straling

Slide 45 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Plaats de afbeeldingen bij het juiste warmtetransport.
Geleiding
Stroming

Straling

Slide 46 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk soort warmtetransport vindt er plaats?
Stroming
Straling
Geleiding

Slide 47 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In het glas is er warmtetransport door
A
Geleiding
B
Stroming
C
Straling
D
Geen

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vorm van warmtetransport zie je hier?
A
straling
B
stroming
C
geleiding
D
alle 3

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions