OV1: Waarom voor binnenlandse of buitenlandse producten kiezen

Waarom voor
binnenlandse of buitenlandse
producten kiezen
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieSecundair onderwijs

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Waarom voor
binnenlandse of buitenlandse
producten kiezen

Slide 1 - Diapositive

Welke
producten komen uit
België

Slide 2 - Diapositive

Duid de producten uit België aan
A
Speculoos
B
Chocolade
C
Bier
D
Koffie

Slide 3 - Quiz

Welke producten komen
NIET
uit België?
A
Appels
B
Kiwi's
C
Peren
D
Witloof

Slide 4 - Quiz

Welke
nadelen
zijn er wanneer je producten uit het buitenland koopt?

Slide 5 - Diapositive

Nadelen export
export = uitvoer
- heel veel verkeer
- vervuiling

Slide 6 - Diapositive

Duid de nadelen van export aan.
A
Vervuiling
B
Meer werk
C
Meer winst
D
Veel verkeer

Slide 7 - Quiz

281 banen op de tocht bij Bekaert
Van Hool bouwt meer bussen in Macedonië dan in België

Slide 8 - Diapositive

Meerdere bedrijven verhuizen een deel van de productie naar een ander land omdat
A
de lonen er lager zijn.
B
de mensen in België niet meer willen werken.
C
de lonen er hoger zijn.
D
de mensen liever in andere landen gaan werken.

Slide 9 - Quiz

Lageloonlanden zijn landen waar ...
A
het loon van arbeiders zeer hoog is.
B
het loon van arbeiders zeer laag is.

Slide 10 - Quiz

Extreme armoede van 1800 tot vandaag

Slide 11 - Diapositive

Hoeveel is
het deel van de wereldbevolking
dat in armoede leeft gedaald?
A
20 %
B
10 %
C
50 %
D
25 %

Slide 12 - Quiz

Welk land is
het grootste productieland
van de wereld?
A
België
B
Amerika
C
Duitsland
D
China

Slide 13 - Quiz

Wat is het
voordeel
van het vele exporteren?
A
De bevolking werd armer.
B
De bevolking werd minder arm.
C
De bevolking moet harder werken.
D
De bevolking heeft minder eten.

Slide 14 - Quiz

Welke
voordelen
zijn er voor het milieu door lokaal te kopen

Slide 15 - Diapositive

Lokaal kopen
=  je koopt goederen die in je EIGEN land
gemaakt of geteeld
(= gekweekt) worden

Slide 16 - Diapositive

Geef enkele voorbeelden van lokaal kopen

Slide 17 - Carte mentale

Voorbeelden
- Aardappelen van bij boer
- Appels plukken bij fruitteler
- Vlees rechtstreeks bij boer

Slide 18 - Diapositive

Enkele voordelen lokaal kopen
- Producten zijn verser
- Minder milieuvervuiling
- Minder verpakkingsmateriaal
- Producten zijn soms goedkoper

Slide 19 - Diapositive

Wat zijn de
voordelen
van lokaal kopen?
A
Meer milieuvervuiling
B
Minder milieuvervuiling
C
Minder verse producten
D
Versere producten

Slide 20 - Quiz

Duid de voorbeelden van
lokaal kopen
aan.
A
B
C
D

Slide 21 - Quiz

Hebben ontwikkelingslanden
voordeel
van de productie
van internationale handel?

Slide 22 - Diapositive

Waarom blijven we T-shirts van twee euro kopen?

Slide 23 - Diapositive

Wat gebeurde er in 2013 in Bangladesh?

Slide 24 - Carte mentale

De veiligheid van de gebouwen is de jaren na de ramp verbeterd.
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

De lonen zijn gestegen.
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

De mensen hebben inspraak
over de veiligheid
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quiz

Er is nu een systeem
waardoor je een uitkering krijgt
als je ziek bent.
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Vidéo

Oxfam
Strijdt tegen honger in de wereld
Zorgt voor eerlijke prijs voor producten

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Wat doet
de Schone Kleren Campagne?
A
betere lonen
B
behoudt van bossen
C
betere arbeidsomstandigheden
D
minder milieuvervuiling

Slide 32 - Quiz

Een ngo
= niet gouvernementele organisatie vecht voor ...
A
milieubescherming
B
gevangenen
C
mensenrechten
D
betere gezondheid

Slide 33 - Quiz