HV1 Di 23 nov

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom

Telefoon in de telefoontas? Pak je spullen!

Wat heb je nodig?

• Lesboek + schrift
• Pen (ja, een potlood mag ook)
• Je eigen leesboek 

Wat gaan we vandaag doen?

Een nieuw onderdeel:

• Aan de slag met grammatica

Zinsdelen en persoonsvorm 

• We leren over de theorie
• We maken opdrachten

Grammatica

Zinsdelen

• Waar denk je aan?
  
• Wat weet je al?
• Wat gaan we leren?

We gaan leren over de persoonsvorm en zinsdelen 

Zinsdelen

een taart / bij Jim / mijn nichtjes en ik / gisteren / gebakken / voor oma / hebben  

Maak zoveel mogelijk verschillende zinnen.

Mijn nichtjes en ik hebben gisteren bij Jim een taart gebakken voor oma.

Mijn nichtjes en ik hebben gisteren bij Jim een taart voor oma gebakken.

Gisteren hebben mijn nichtjes en ik bij Jim een taart gebakken voor oma.

Bij Jim hebben mijn nichtjes en ik gisteren een taart gebakken voor oma.

Bij Jim hebben mijn nichtjes en ik gisteren een taart voor oma gebakken.

Voor oma hebben mijn nichtjes en ik gisteren bij Jim een taart gebakken.

Voor oma hebben mijn nichtjes en ik gisteren een taart gebakken bij Jim.

Een taart hebben mijn nichtjes en ik gisteren voor oma gebakken bij Jim.

Hebben mijn nichtjes en ik gisteren bij Jim voor oma een taart gebakken?

- Hebben mijn nichtjes en ik bij Jim gisteren een taart voor oma gebakken?

Even oefenen

• Aaron en zijn vader fietsten gisteren hard naar huis. 
  
  
• Na de vakantie werft die club nieuwe leden via zijn website. 
  

• De gemeenteraadsverkiezingen zijn over een paar maanden.
  
  
• Het zusje van Maurits gebruikt nooit een rekenmachine.
  

Zet filmpje over persoonsvorm en zinsdelen klaar

Persoonsvorm

Dus:

De persoonsvorm geeft het getal aan en de tijd.

• Sinterklaas is bijna jarig.
• De Pieten zijn al jarig geweest.

De persoonsvorm vind je door:

• De zin vragend te maken.
  Het eerste woord is de persoonsvorm.

Ik mag mijn schoentje zetten. 

• De zin in een andere tijd te zetten. 
  Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

De Hoofdpiet gaat fietsen.

• Het getal van de zin te veranderen.
  Maak van het enkelvoud het meervoud, of andersom.
  Het werkwoord dat veranderd, is de persoonsvorm.

De Pieten werken hard.

Zinsdelen

• De woorden voor de persoonsvorm zijn een zinsdeel.
• De woorden die in dezelfde volgorde blijven staan als je de zin verandert zijn een zinsdeel.  

Aan de slag!

Wat? Opdracht 1-4 op p. 29.

Hoe? Je mag zachtjes overleggen.Te luid? Dan werken we in stilte.

Hulp? Vraag je buurman of buurvrouw.

Lukt het niet, steek je hand op, dan kom ik bij je.

Tijd? 10 minuten.

Wat heb je geleerd? Je leert de pv te vinden en zinsdelen te verdelen.

Klaar? Maak opdracht 2 en 3 op p. 258 om extra te oefenen met de PV.

Wat heb ik geleerd?

• Over de persoonsvorm
  en hoe ik deze ik eenvoudige zinnen kan vinden.
• Over zinsdelen 
  en hoe ik deze in eenvoudige zinnen kan verdelen.

Denk eraan!

• Opdr. 1-3 is huiswerk voor morgen
• Neem morgen je leesboek mee