sterke en zwakke ww

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 7

DOELEN

- verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden kennen

- de persoonsvorm van zwakke  en sterke werkwoorden in de verleden tijd goed schrijven

Verloop van de les

uitleg

vragen

werkblad maken

zelfstandig werken

herhaling: sterke en zwakke ww

zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klank

luisteren - luisterden

fietsen - fietsten

sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd wel van klank

 slapen - sliepen

drinken - dronken

zwakke werkwoorden

Zwakke en sterke werkwoorden

Sterk: ik ben sterk genoeg om te veranderen --> lopen - liepen

Zwak: Ik ben niet sterk genoeg om te veranderen --> raden - raadden

Vul zo veel mogelijk sterke werkwoorden in!

Sterk werkwoord

Zwak werkwoord

Zingen

Klappen

Lopen

Reizen

Fietsen

Kijken

Lezen

Spelen

Sterk of zwak werkwoord?

Zwemmen

1. sterk
2. zwak

Sterk of zwak werkwoord?

Voetballen

1. sterk
2. zwak

Sterk of zwak?

DENKEN

1. sterk werkwoord
2. zwak werkwoord

Schrijf het werkwoord in de verleden tijd

sterke werkwoorden

ik [kopen] gisteren een boek

Schrijf het werkwoord in de verleden tijd

sterke werkwoorden

Max en ik [eten] alles op

Schrijf het werkwoord in de verleden tijd

zwakke werkwoorden

ik .... hem niet [kennen]

sterke werkwoorden

Werkwoord

Tegenwoordige tijd (stam)

Verleden tijd enkelvoud

knijpen

???

???

Wat is de verleden tijd van :
wij blazen?

Wat is het verschil tussen een sterk en zwak werkwoord?

Hoe vond je het?

1. ik vind het nog moeilijk
2. ik vind het nog een beetje moeilijk
3. ik snap het bijna
4. ik snap de les

Aan de slag

Werkblad maken

Klaar? 

Naam erop en op de hoek van je tafel

Weektaak maken